Rosmolen

Rosmolen Wille

Naast de windmolen van Wille was er op kadasterperceel A1300 een Rosmolen opgericht.
Een rosmolen die door een dier of mensen wordt aangedreven noemt men ook een bloedmolen.
De Rosmolen werd vooral gebruikt bij windstille perioden.

De Rosmolen was meer aan Kapellekensstraat gelegen die vroeger de Achtermolenstraet heette.

Moulin à manége De Clercq

In het artikel 1160 in de legger van de Poppkaart staat op het perceel A 8 een Moulin à manége genoteerd als eigendom van de molenaar De Clercq Felix in Beervelde. Volgens de Poppkaart van Kalken stond die Rosmolen tussen de Grote Molen en de  Heistraat.
In Vlaanderen spreekt men van een Rosmolen maar het is ook een Bloedmolen, dit betekent een molen aangedreven door een levend wezen.
Die kleinere molen was voor de molenaar een bijkomende mogelijkheid op ook op de windarme dagen te kunnen malen. 

Rosmolen Van Bouchaute

Volgens artikel 77 van de legger van de Poppkaart is Weduwe +Van Bouchaute ook eigenares van de Rosmolen op het perceelnummer D 224 in Oostakker naast de Veldmolen (na 1900 P 224 Gent). Dit was ongeveer aan de  Geeraard Van den Daelelaan (nr. 25) Gent ten oosten van Sifferdok op de Schootkouter.

Door de vele havenwerken is de locatie niet meer juist weer te geven.

De Rosmolen die gebruikt werd tijdens de windstille periodes staaat effectief op de Poppkaart aangeduid.

Geetcot Rosmolen

De Getecot Rosmolen stand naast de Getecotmolen  in de Lindestraat (die straat heette voorheen de Geetkotstraat) nr. 30 tegenover de Doornzelestraat van Lochristi.

In het artikel 388 van de legger van de Poppkaart wordt Walraeve Jan-Francis aangeduid als eigenaar van de Getecotmolen en de Rosmolen op het perceel H 65.

Een rosmolen wordt meestal slecht gebruikt bij windarme perioden en meestal aangedreven door een paard of ezel.

Bunderrosmolen

Naast de Bundermolen was er ook een rosmolen opgericht om bij windarme perioden toch te kunnen werken.

Volgens artikel 847 van de legger van de Poppkaart was de molenaar Naudts en de eigenaar van en was de rosmolen gelegen op het perceel A 533.

Enkele jaren nadat de molenaar Theophiel Middernacht eigenaar werd van de Bundermolen en de rosmolen, werd die rosmolen in 1882 afgebroken.

Rosmolen Verbrugge

Op de hoek van de Meeuwstraat en de Windmolenstraat was er naast de Paardenkerkhofmolen op het perceel 422 een rosmolen geplaatst door de molenaar Verbrugge André. Hij wordt vernoemd in de legger van de Poppkaart en staat erop getekend.

De Rosmolen aan de krijtemolen

De molenaar toen was Petrus Raes, gehuwd met Verdurmen Anna. Petrus Raes is gestorven op 19 maart 1794.
De erfgenamen verkochten in 1794 de Molenberg met de krijtemolen en de erbij staande rosmolen.

Rosmolen Deryck-Walraeve

Die rosmolen werd in 1850 nabij de houten koornmolen geplaatst om ook in windstille perioden te kunnen werken.

Tot de Legger van de Poppkaart opgemaakt werd is Francisca Walraeve, de weduwe van Joannes Deryck ook de eigenares van de Rosmolen.

In 1876 besliste molenaar Dominique Van Hecke om die rosmolen af te breken en te vervangen door een stoommolen.

Later werd de loods van de stoommolen opgenomen in het huis.

Rosmolen Dupont C 418

In artikel 184 in de legger van de Poppkaart van Zaffelare is Jan Dupont, geneesheer te Zaffelare, de eigenaar van de Oliepaardemolen op perceel C 418 bis.

Rosmolen Steens

Op het perceel B155, ten noorden van de houten korenmolen, op de hoek van de Oude Veldstraat en de Slagmanstraat, werd een rosmolen gebouwd om te kunnen malen tijdens de windstille periodes.