Zeveneken

De Grutterijmolen was eigendom van de 'blompelder' Carolus Vanderlinden en gelegen recht over de kerk van Zeveneken.
Meer bepaald op het perceel A1214 ten noorden van de dorpsstraat.

In 1911 werd daarvoor het olieslagershuis gebouwd wellicht door architect J. Wevaert en die achterliggende olieslagerij werd in de jaren19(80-90) gesloopt.

Carolus ging door het leven als een blompelder, zijn molen pelde en bak het graan. Gerst, boekweit en gerst werden daarvoor doorgaans gebruikt. Die molenaar werd ook een grutter genoemd en zijn molen een grutterij.

In het artikel 708 in de Legger van de Poppkaart van Zeveneken staat de Oliemolen van Stefanie Vandevelde vermeldt op het perceel B 259 aan Zeveneken-Dorp ongeveer aan nr. 52.

Bron:

- De Legger en de Poppkaart van Zeveneken.

In de legger van de Poppkaart van Zeveneken is de Rosmolen vermeld op het nummer B 385, het perceel naast de Stadsmolen en op dit moment eigendom van de molenaar Augustus De Geest.

Als er niet voldoende wind was om de Stadsmolen te gebruiken werd er gewerkt met de rosmolen. 

Bron:

- De Legger en de Poppkaart van Zeveneken.

Houten windmolen van omstreeks 1650 stond op perceelnummer B 384 aan de Sint-Elooistraat te Zeveneken.

De Stadsmolen van Zeveneken was een houten Korenwindmolen aan de westzijde van de Sint-Elooistraat  op 500 meter ten zuiden van de kerk. Hij wordt vermeld op de Poppkaart als Stad Molen.

Die naam kreeg hij omdat hij gebouwd werd in de wijk stadt.

In de gevel van het huis nr. 18 aan de Beerveldse Baan is er aan de rechterkant net onder de dakgoot een klein ingewerkt kapelletje te zien.

Vermoedelijk met een beeldje van een man met kind op de rechterarm.

In de kloostertuin in Zeveneken was er eveneens een Mariagrot.

In 2000 werd het Mariabeeld (grootte: 85 cm) teruggeplaatst nadat het door Visspoel Albert werd gerestaureerd.

In de slaapkamer van de in 2013 overleden Albert Visspoel uit Zeveneken was er in een muur een kapelletje uitgewerkt. Daarin stond een zwarte Onze-Lieve-Vrouw in was.

De calvarie met beenderhuis werd in het laatste kwart van de 18^e eeuw opgericht aan de noordoostkant van de noordelijke zijbeuk. Toen in 1845 pastoor Augustinus Vermeulen op die plaats een nieuwe sacristie liet bouwen, werd de calvarie met beenderhuis verplaatst naar de oostkant van de noordelijke zijbeuk, op de plaats waar pastoor Wauman in 1818 een bloemenhof-begraafplaats had aangelegd. In november 1993 werd de calvarie gerestaureerd door Maurits Mees. De calvarie werd in 2020 volledig hersteld door de firma P. Nijs uit Deinze..

Boven de deur van de kantschool in Zeveneken stond het beeld van de Sint-Philomena.

De Kantschool was opgericht in 1843 door pastoor Augustinus Vermeulen, maar stopte in 1918.
Het gebouw deed nadien dienst als toneelzaal, cinemazaal, feestzaal en huisvestte ook een tijdlang de K.S.A-Zeveneken en de jongerenvereniging Joka. Het gebouw werd afgebroken in 1972.

Die Mariakapel staat bij het WZC te Zeveneken