De Getekotmolen was een houten staakmolen op teerlingen die ten westen stond van de Geetkotmolenhoeve in de Lindestraat (die straat heette voorheen de Geetkotstraat) nr. 30 tegenover de Doornzelestraat van Lochristi.
De eerste molen werd hier vóór 1458 gebouwd, maar werd vernield tijdens de godsdienstoorlogen op het einde van de 16de eeuw. In 1883 kwam op het perceel 64 een andere molen staan. Op het perceel 65 van de sectie H kwam een Rosmolen te staan om in de windstille periodes te gebruiken.
Geetkotstraat
Vóór 1834 was de eigenaar Jan-Francis Walraeve-Polfliet en consoorten, molenaar te Zaffelare, na de dood van Jan-Francis was de weduwe en consoorten eigenaar.
- In de legger van de Poppkaart van Zaffelare staat in Art. 588 Jan-Franiscus Walrave als molenaar vermeld, met een wind- en rosmolen.
- 1863 - verkoop: art. 1191/1, Sylvère, Antoon en Serafien Walraeve, molenaars, Zaffelare (9 juli 1862, notaris Ameye)
- 1866 - verkoop: art. 1192/2, Prudentia Walraeve, molenarin, Zaffelare (25 november 1865, notaris Ameye)
- 1868 - huwelijk, Ferdinand De Landtsheere met Prudentia Walraeve, molenaar, Zaffelare
- 1880 - splitsing in korenwindmolen en korenstoommolen die ernaast werd geplaatst.
- 1881- De Landsheere kreeg een vergunning voor zijn stoomaangedreven graanmaalderij.
- 1883 - De oude staakmolen werd vervangen door een staakmolen uit Feignies bij Maubeuge in Frankrijk. De molenmaker was toen Emiel Holderbeke uit Beervelde.
Geetkotmolenstraat
- 1900 - erfenis, Ferdinand De Landtsheer en Maria-Leonia De Landtsheer, molenaars, Zaffelare
- 1906 - erfenis, Marie-Leonia De Landtsheer, molenaarster, Zaffelare, echtgenote van Lippens Alfons landbouwer Zaffelare,
- 1907 - verkoop: art. 1261/45, Hippoliet Lippens-de Kerchove de Denterghem en deelhebbers, eigenaars, Gent (27 september 1906, notaris Van Goethem)
- 1907- Hippoliet Lippens is overleden op 31 december 1906.
- 1908 - de weduwe Louise Lippens-de Kerchove de Denterghem en kinderen
- 1910 - verdeling, 1e August, 2e Hippoliet en 3e Marie Lippens
- 1911 - verdeling, weduwe Oswald de Kerchove de Denterghem-Lippens, Gent
- 1918 - de kinderen van Oswald de Kerchove de Denterghem-Lippens toen hun moeder gestorven was
- 1919 - verkoop: art. 2161/1, Camiel Auman-Luypaert, mulder, Zaffelare (22 april 1918, notaris Nowé van windmolen en stoommaalderij) Hij werkte toen al langer op die molen als mulder.
Lindestraat
- 1924 - verkoop: art. 2412/1, Frederik Van Hoecke-Demunter, landbouwer, Zaffelare (1924, notaris Van Goeye)
- In november 1953 waaide de molen om, waarna de totale afbraak volgde.
In 1978 werd in het jaar van het dorp, ter herinnering een houten miniatuurmolentje geplaatst op het driehoekig pleintje rechts van de Lindestraat nr. 1 nabij de vierweegse.
Bronnen:
- www.molenechos.org
- Georges Puimège, Geschiedenis van een verdwenen burgerij te Zaffelare, (onuitgegeven nota's).
- Georges Puimège, Zaffelare in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973, p. 18.
- Georges Puimège, De straten van Zaffelare Van bos Meentocht tot geordend stratennet Lochristi, 1986, p 44-47.
- Georges Puimège, Maalloon van een molenaar te Zaffelare in 1818, Molenecho's, jg. 12, 1984, nr. 2, p. 163.
- Hypoliet De Schrijver, De afspanningen en de molens langsheen de Antwerpse Heirweg ten Jare 1540, in het jaarboek van de Heemkundige Kring De Oud-Oudburg, nr. 3, 1966, p. 31.
- Paul Hesters, Molenfotografie in het interbellum, Molenecho's, jg. 31, nr. 1, p. 52.
- Inventaries van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar de gegevens van het kadaster, Kultureel Jaarboek van de provincie Oost-Vlaanderen, deel 2, 1961.
- Herman Holemans, Oostvlaamse wmd- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten U-Z, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, Opwijk, 2008.
- Kathleen Lanclus en Mieke Verbeeck, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie OostVlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N4, Brussel - Turnhout, 1993.
- Antoon Afschrift, Aumanmolen. Eén van de talrijke molens bemaald door de molenaarsfamilie Auman, in Castellum, jg. 17, nr. 4, 2000, p. 3-16.
