De stenen molenromp had een diameter van 7 meter en was 10 meter hoog, de muur was aan de grond één meter dik, de stenen waren gemetseld met roggemeel en kalk. Het was gebouwd in de sectie B, op het perceel nr. 126, vermeld in artikel 111 in de legger van de Poppkaart en de kaart van Vandermaelen als Westmeersch Molen.
Die windmolen opgericht in 1830 diende tot de regeling van het waterpeil in de weiden. De vier wieken dreven een vijzel aan, waardoor het water werd opgeschroept naar een waterreservoir, die hoger gelegen was dan de te bevloeien meersen.
De oorspronkelijke eigenaar was Ferdinand Ottevaere, hij studeerde rechten aan de universiteit van Reims en werd in 1791 advocaat bij de Raad van Vlaanderen, hij was tevens een groot grondbezitter een rentenier en letterkundige te Gent. Hij is in 1766 geboren te Gent en daar gestorven op 24 november 1863.
1865 - erfenis: art. 331/55: mevrouw Ottevaere, weduwe van Alexander Larcher, eigenaarster, Gent
1866 - erfenis: art. 336/60: Alfred Breuvart, nijveraar, Armentières
1896 - vervallen tot puin
2021 nog steeds staat een gedeelte van de muur nog recht
Bronnen:
- Inventaries van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar de gegevens van het kadaster, in het Kultureel Jaarboek van de provincie Oost-Vlaanderen, deel 2, 1961.
- Daniel Vanacker, Michiel Hendryckx, Langs het kanaal, Gent, 1982.
- J.G. Frederiks en F. Jos. van den Branden, Biografisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandse Letterkunde, Unif Leiden.
- De Legger van de Poppkaart van Mendonk.
- Traditionele graslandbevloeiing in Vlaanderen, https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/OAOE/200/OAOE200-001.pdf
ruine