Grote molen

De Grote Molen was een houten korenwindmolen in Kalken, die in de 19de eeuw Beirveld Molen werd genoemd (Popp-kaart van Kalken, ± 1855), later de Grote Molen of Molen De Clercq geheten, naar de familie De Clercq die er generaties lang eigenaar van was. Die molen behoorde oorspronkelijk tot Kalken, wijk Beervelde, Art. 23, Sectie A nr. 7, nabij de grens met Destelbergen, wijk Beervelde, maar behoorde vanaf 1921, na de vorming van Beervelde als zelfstandige gemeente, tot Beervelde.

In de balken van de molen stonden inscripties: F.O.F. De Grove oud 16 jaer 1681 en A. De Groeve 1726, en tevens verschillende jaartallen tussen 1700 en 1800. De Grove en De Groeve waren wellicht mulders die werkten voor de eigenaar, de hertog van Arenberg, Brussel, want vóór 1838 was de molen eigendom van de hertog van Arenberg, Brussel, die toen 99 windmolens in zijn bezit had. Niemand mocht 100 of meer molens bezitten, vandaar het getal 99.

In 1849 verkocht prins Pierre d’Arenberg d’Arlay de Beirveld Molen, art. 1191/6, aan molenaar Felix De Clercq van Kalken, art. 1160/8.

Felix De Clercq (° Lochristi, 10 november 1801 - † Kalken, 25 juli 1863) zoon van Jean Baptiste De Clercq, en Agnes De Meyer, was aanvankelijk molenaar in Lochristi wijk Bunder Hyfte, waar de molenaarsfamilie eigenaar was van de Bundermolen, ook Hyftemolen genoemd (zie Bundermolen, Lochristi). 

Felix De Clercq was gehuwd met Sophia De Maesschalck (° Lochristi , 28 juni 1797 - † Kalken, 27 september 1884).

Na de verkoop van de Bundermolen in 1841 kwam molenaar Felix De Clercq en zijn gezin in Kalken wonen waar hij de Beirveld molen pachtte, tot hij in 1849 de molen kon kopen.

Felix kreeg de hulp van zijn zoons Ferdinand (° Lochristi, 5 november 1829 - † Kalken, 5 januari 1874) en Jan Baptiste (° Lochristi, 31 januari 1831 - † Destelbergen, 17 april 1882) ingeschreven als molenaars. Ferdinandus huwde met Juliana Bracke († Kalken, 26 maart 1872) en bleef er wonen als molenaer tot zijn overlijden. Jan Baptiste werd later herbergier. Hij huwde met Euphemia De Veirman (° Destelbergen, 6 december 1831 – Destelbergen, 1914) herbergierster in de herberg De Zevenster in Beervelde-Dorp. Jan Baptiste verhuisde naar Beervelde in 1871, werd herbergier, maar bleef ook molenaer in de molen van zijn vader.  

In 1883 kwam de Beirveldmolen als gift in bezit van de kleinzoon van Felix: Victor De Clercq (naakte eigendom), mulder. Sophia De Maesschalck, de weduwe van Felix De Clercq, molenaarster, Kalken, behield het vruchtgebruik, art. 1160.

Victor De Clercq (° Kalken, 16 februari 1858) was de zoon van Ferdinandus en Juliana Bracke. Hij huwde met Marie Justine Verstraeten (° Kalken, 2 november 1863).

In 1886 werd de Grote Molen eigendom van Marie Justine Verstraeten (vruchtgebruik) en haar kinderen, met vruchtgebruik voor de weduwe Marie Justine Verstraeten.

In 1921 werd de molen kadastraal geregistreerd in de nieuwe zelfstandige gemeente Beervelde: art. 107/6, nog steeds onder de naam: de weduwe en kinderen Victor De Clercq-Verstraeten, landbouwer, Beervelde.

In 1939 was de molen in de Heistraat tot puin vervallen.

Geolocatie
51.078790999758, 3.8836843636818
Locatie
Heistraat Beervelde
Status
historisch