De Kosterigge, Kostrege-molen, Willem Kostersmolen
Port Arthurlaan 14
Kadasternummer: A3208

Staakmolen
Oliemolen tot 1825, daarna korenmolen

De Kosterigge is dialect voor de vrouw of echtgenote van een koster (Willem Koster?)

Net over de grens van Beervelde in de Nieuwe Molenstraat te Lokeren was de de houten korenwindmolen Oudenbosmolen op het perceel C 130 opgericht.

Vóór 1410 zou de molen al aan de nabije abdij van Nonnenbossche (of Oudenbossche) behoren, zie De Potter & Broeckaert.

In het artikel 3000 van de legger van de Poppkaart van Lokeren wordt August Walrave aangeduid als eigenaar.

In het grensgebied van Kalken, Lokeren en Overmere stond tot in 1935 een houten korenwindmolen.
In 1665 was er een behuysde hofstede thenden de bontinckstr binnen de prochie van Calckene, gaende mette meulen gestaen thenden de zel(ve) straete op Lokeren. De molen stond op een molenberg en er was ook een rosmolen. De molen werd toen door de familie V(and)ermeere verkocht aan Pieter De Loire afkomstig uit Belsele.

De Westledemolen was een houten korenwindmolen aan de oostzijde van de Hoekstraat nr. 151 A, ten oosten van de Westlede in het gelijknamig gehucht op 5,3 kilometer ten zuidwesten van de kerk van Eksaarde, op de grens met Zeveneken, maar op grondgebied van Eksaarde.
Naast de molen stond een rosmolen, type houten buitenrosmolen met strodak, om ook in windstille periodes te kunnen malen.

Vrijmolen, Vrije Stadsmolen
Gentbrugge
Kadasternummer B258

Op ongeveer dezelfde plaats stond er in de 16de eeuw reeds een molen, zie kaart Van Denver 1545-1575.

De Vrije stadsmolen is een staakmolen die stond op op een molenberg aan de hoek van de Oude Brusselse steenweg en de Frederik Burvenichstraat en is gebouwd na 1775 en voor 1790.
Hij is gesloopt in 1878.

Windmolen Het Wit Lam

Een stenen Gerst-Pel-molen, later korenwindmolen
Er was ook een Rossnuifmolen 

in 1773 is Sr. Antonius de Somer de molenaar in de stenen Widmolen en is in de rosmolen sr. N. Beelaert de molenaar.

In de Gazette van Gent staat in verschillende nummers van augustus en september 1773, maar ook in 1770 en nog in 1776 advertenties om de stenen windmolen en het rosmolen Het Wit Lam te verkopen samen met de mouterij en het pakhuis.

Gemeente LAARNE Sectie C nr. 149 - art. 317

Eerste benaming Oostmolen vanaf dat de familie Auman het bewoonde werd het de Aumanmolen geheten.

8 a 40 ca, Stenen Korenwindmolen, in de Brandemanstraat 24 Laarne

Neerstraat (oude straatnaam)

De Oostmolen werd opgericht in 1805-1806. In een hergebruikte balk in de molen vindt men het jaartal 1706.

Stenen korenwindmolen 

Sectie C 1374, 17 a  70 ca

Brandemanstraat 33 Laarne

Rosmolen Het Wit Lam

Staat naast de stenen Gerst-Pel-molen, later korenwindmolen

In 1773 is in de rosmolen sr. N. Beelaert de molenaar.

In de Gazette van Gent staat in verschillende nummers van augustus en september 1773, maar ook in 1770 en nog in 1776 advertenties om de stenen windmolen en het rosmolen Het Wit Lam te verkopen samen met de mouterij en het pakhuis.

Eigenaar voor 1770 Rombaut van Hecke
Verkoop in 1770 bij het overlijden van Rombaut van Hecke

Bronnen:

De Ommegang in Zaffelare steunt op een traditie die reeds startte in de 17de eeuw.
De Ommegang was toen 12,5 km lang en met passeerde ongeveer alle huizen op Zaffelare.

De Ommegangkapel aan de Beeweg nr. 8 toont de afbeelding van het mysterie "Jezus in de hof van Olijven" met inscriptie "Geschonken door M B(?) Derkinderen Angela"),

Aan de oprit van het Hof van Nieuwerburch aan de Rechtstraat nr. 195 is de rechterpijler voorzien van een kapel.

Aan de Beeweg nabij huis nummer 36 staat de kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang"die de afbeelding toont van het mysterie "De geseling van Jezus" en is volgens het opschrift "Geschonken door de kinderen Mattheus De Groote".

Die Mariakapel hangt aan de gevel van de garage van het huis aan de Bosdam 24.

Tegenover het huis aan de Beeweg nummer 84 staat tussen vier linden de kapel - statie 8 van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" die de afbeelding toont van het mysterie "De doornenkroning van Jezus" het is volgens het opschrift "Geschonken door juf Nathalie Vermeirsch". 

Die kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" met de statie 12 staat aan de Molenstraat nr. 24.

Aan het huis Zaffelare-Dorp nummer 81 staat de kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang"- statie 14 die de afbeelding toont van het mysterie "De Hemelvaart van Maria" en is volgens de inscriptie "Geschonken door parochianen".

Die kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" met de statie 11 staat aan de Molenstraat naast het huis nr. 32.

Aan het huis Zaffelare-Dorp nummer 63 staat de kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang"- statie 15 die de afbeelding toont van het mysterie "De kroning van Maria in de hemel" en is volgens de inscriptie "Geschonken ter nagedachtenis van Mr. Pieter Vermeirsch en huisvrouw".

Die stijlkapel met de beeltenis van de Heilige Familie bevindt zich aan de Molenstraat nr. 8

Die kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" met de statie 10 staat aan de molenstraat ten hoogte van het huis nr. 41.

Grafkapel van mevrouw De Rudder E. († 1938) achter de kerk

Die kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" met de statie 13 staat aan de Molenstraat ter hoogte van het huis nr. 21.

Op initiatief van het plaatselijk feestcomité werd op de wijk Persijzer in het Jaar van het Dorp, door vrijwilligers-vaklui van ter plaatse een stijlvolle nieuwe kapel gebouwd tegen de gevel van het schuurtje van Clothilde en Edmond Van Acker, op grond van de Parochiale Werken, naar een ontwerp van architect Jean-Pierre Ryssen. Deze kapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Vrede en ingewijd op zaterdag 10 juni 1978 door pastoor De Kinder. Uiteraard was ook onderpastoor Herman Schrijvers, die het eiken Onze-Lieve-Vrouwbeeld beitelde en schonk, aanwezig.

Die ommegangkapel aan de Leemstraat, ter hoogte van de toegangsdreef van 't Siongengoed, toont het derde mysterie 'De geboorte van Jezus' met inscriptie 'Geschonken door Jw Maria en Mr Louis Mullié te Gent'.

Dat kapelletje maakt deel uit van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang"

Langs de Kapelstraat aan het huis nr. 32 staat de kapel-Statie 9 van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang", ten tijde van pastoor Stocquart geschonken door Thérèsia Van Poucke en haar schoonbroer Benedictus Van Laere.

De tuinkapel van de gemeenschap van de Zusters van Liefde in de Kanunnik Petrus Jozef Triestlaan nr. 4 werd volgens de herinneringssteen op de achtergevel gebouwd in 1850. Op het altaar stond eertijds een Piëta-beeld, wat toen aanleiding gaf tot de benaming: 'Kapel van O.L. Vrouw van Smarten'. Rond de jaren 1980 werd de tuinkapel gerestaureerd.

Op de hoek van de Nerenhoek met de Rechtstraat was er in het begin van de 20ste eeuw hoog in de gevel van het hoekhuis een kapelletje met een beeld van Maria met kind.Vijftig jaar later was het er nog steeds.

Heden is de gevel gerestaureerd en is er van de kapel niets meer te zien.

Na die belofte van wijlen mevrouw Maria Tollenaere-De Vuyst, werd in 1968 een gedeelte van haar woning omgevormd tot een kapel met hierin een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Rust van Heppeneert bij Maaseik. Op 19 mei 1968 werd die kapel dan ingewijd door wijlen E.H. Kanunnik André Van Hove, geboren op de wijk.
Die kapel is nu privaat eigendom van Dhr. en Mevr. Willy De Vos-Rodrigues, de vroegere uitbaters van Restaurant ‘De Beurs’.

Die oude Mariakapel die aan het kruispunt Oosteinde-Dam-Bosdam in het midden van de weg stond, is er gekomen door de landbouwer Polfliet, die, tijdens een brand, op zijn boerderij het woonhuis gespaard zag omdat op het laatste moment de wind draaide. Uit dankbaarheid heeft hij die kapel geplaatst, gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, met de titel Maria, onze hoop.

Die kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" geeft het vierde mysterie 'De opdracht in de tempel'.

Het kapelletje in de Molenstraat, rechtover de Kapelstraat, is in de buurt een zeer druk bezocht bidplekje. In 1978, het jaar van het Dorp, is die kapel herbouwd, door en met materiaal van de buurtbewoners,  200 jaar geleden was dit al eens gebeurd, maar de tand des tijds zorgt ervoor dat restauratie en onderhoud nodig blijft.Ook het olmen Onze-Lieve-Vrouwbeeldje, dat zeer oud is en bedekt was met negen verflagen, kreeg een opknapbeurt. 

Aan het begin van de straat Persijzer is er in de gevel een Mariakapelletje.

In de topgevel van de school in Zaffelaredorp staat een beeld van het Heilig hart van Jezus Christus.

Die kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" toont de voorstelling van het vijfde mysterie 'Jezus bij de schriftgeleerden', met inscriptie 'Ter nagedachtenis van Mr Désiré Van Bruyssel 30 juli 1887'.

De eerste kapel van de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" aan Zaffelare-dorp ter hoogte van nr. 1, laat een afbeelding zien van "De boodschap aan Maria", met opschrift "Geschonken door eerwaarde heer Ch. J. Stocquart pastoor".

Op de plaats waar de Gelei, de Nerenhoek, de Busstraat en Windgatstraat samenkomen, is er een parkje aangelegd.In het parkje is een monumentje van een rat te zien. Deze wijk heet dan ook ‘De Ratte’. 
30 jaar na de afbraak van de vorige kapel, werd dit kapelletje in 1994, tot grote vreugde van de buurt, heropgebouwd naar een ontwerp van architect De Creene Wim. De kapel staat nu aan de Busstraat tussen nr. 1 en 3.

Links de kapel op het kruispunt van de Rechtstraat  en de Molenstraat. Die kapel werd afgebroken om meer zichtbaarheid te geven aan het verkeer. Door het steeds drukker wordende verkeerstrafiek is het aantal verkeersongevallen niet echt veel gedaald.
 

Aan de bosdam tussen de huizen met nummer 23 en 25 staat de ommegangkapel, die deel uitmaakt van de ommegang van de Rozenkrans, ook genoemd de "Vijftien-Mysteriëen-ommegang" van 1889, met de afbeelding van het tweede mysterie namelijk "Maria bezoekt haar nicht Elisabeth".

De Getekotmolen was een houten staakmolen op teerlingen die ten westen stond van de Geetkotmolenhoeve in de Lindestraat (die straat heette voorheen de Geetkotstraat) nr. 30 tegenover de Doornzelestraat van Lochristi.

De eerste molen werd hier vóór 1458  gebouwd, maar werd vernield tijdens de godsdienstoorlogen op het einde van de 16^de eeuw. In 1883 kwam op het perceel 64 een andere molen staan. Op het perceel 65 van de sectie H kwam een Rosmolen te staan om in de windstille periodes te gebruiken.

De Clercqsmolen

Die houten korenwind- en rosmolen is genoemd naar de eigenaar de familie De Clercq

Gemeente ZAFFELARE, Sectie F, nr. 630 - art. 139 

Oude Veldstraat

Vóór 1830: eigendom van Victor en Jan De Clercq, molenaar, Zaffelare

Houten Korenwindmolen in de Molenstraat te Zaffelare.
Gemeente Zaffelare, Sectie F, nr. 8 - art. 107, Buylkensmolen
Vermoedelijk de oudste molen in Zaffelare.

De Getecot Rosmolen stand naast de Getecotmolen  in de Lindestraat (die straat heette voorheen de Geetkotstraat) nr. 30 tegenover de Doornzelestraat van Lochristi.

In het artikel 388 van de legger van de Poppkaart wordt Walraeve Jan-Francis aangeduid als eigenaar van de Getecotmolen en de Rosmolen op het perceel H 65.

Een rosmolen wordt meestal slecht gebruikt bij windarme perioden en meestal aangedreven door een paard of ezel.

In artikel 184 in de legger van de Poppkaart van Zaffelare is Jan Dupont, geneesheer te Zaffelare, de eigenaar van de Oliepaardemolen op perceel C 418 bis.

In 1978 werd in het jaar van het dorp, ter herinnering aan de Geetcotmolen een houten miniatuurmolentje geplaatst op het driehoekig pleintje rechts van de Lindestraat nr. 1 nabij de vierweegse. Aan de top is een windwijzer met een geit om te verwijzen naar de Geetcotmolen.

Dit kapelletje vind je in de Tuinwijk.
Het werd gebouwd vanwege de K.A.J. als herinnering aan de Lourdesbedevaart in 1961, met beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes.

In 1869 werd het klooster, van de zusters van de Kindsheid Jesus, in Zeveneken gesticht met 3 zusters, waarvan zuster Livina de eerste overste werd. Ze starten in het Godshuis met bejaardenzorg en openden een nieuwe bewaarschool in 1870. De kloostergemeenschap had hun klooster in de Sint-Elooistraat. 
De kapel werd in 1876 in gebruik genomen en was toegankelijk voor alle godsdienstige genootschappen.

Die Mariakapel staat bij het WZC te Zeveneken

In 1887 overlijd advocaat Meyvis Eduard  en in zijn nalatenschap zit die kapel en de bijhorende grond. In 1889 werd het overgemaakt aan de kerkfabriek Sint-Eligius Zeveneken.
Die kapel In het centrum van Zeveneken is gewijd aan drie opmerkelijke vrouwen: H. Barbara, H. Wivina en H. Maria. Binnenin staat enkel nog Wivina en Maria, want het beeld van de H. Barbara is gestolen.

In 1952 was er een kleiner kapelletje aan een boomstronk aangebracht door de BJB-meisjes, doch die was in juli 1953 vernield.
Dit nieuwe kapelletje werd gebouwd in ‘Oogstmaand 1953’ en draagt het bekende opschrift: Waar men gaat langs Vlaamsche weghen, komt men u Maria, tegen.
De driehoekige vorm en het typische Mariabeeldje verraden de initiatiefnemers voor de bouw van dit kapelletje: de BJB (Boerenjeugdbond – voorlopers van de KLJ, katholieke Landelijke Jeugd).

Aan het begin van de Eikstraat, aan Lozen Boer, stond het kapelletje met boven de deur: Langs deze weg stel geen voet of zeg: Maria wees gegroet!

Op 21 februari 1819 deed pastoor Wauman een oproep voor een omhaling om een gekleed beeld te plaatsen op het altaar van Onze-Lieve-Vrouw in de kerk en ook om een kapel te plaatsen aan de dreef.
Wat later, in 1822, schonk de familie Scheiris een houten kapel om te plaatsen aan ‘de dreef’ als de processie uitging.

Boven de deur van de kantschool in Zeveneken stond het beeld van de Sint-Philomena.

De Kantschool was opgericht in 1843 door pastoor Augustinus Vermeulen, maar stopte in 1918.
Het gebouw deed nadien dienst als toneelzaal, cinemazaal, feestzaal en huisvestte ook een tijdlang de K.S.A-Zeveneken en de jongerenvereniging Joka. Het gebouw werd afgebroken in 1972.

Dit kapelletje staat ter hoogte van het eigendom van wijlen Willy Baes op het einde van de Ruilarestraat aan de Slagmanstraat.
Vroeger was dit een hogerop staande staakkapel, nu staat het wat lager en geplaatst tussen de lindebomen met een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. 

De meimaand is Mariamaand, dat zie je in elke gemeente van ons werkgebied.
Ook aan de kapel op de hoek van Bastelare en de Eikstraat, wordt dan wekelijks gebeden bij de wenende Maria: Onze-Lieve-Vrouw van La Salette. Zelfs de Gravin van Beervelde had ooit de gewoonte hier met de kinderwagen te komen wandelen en even stil te houden.

De calvarie met beenderhuis werd in het laatste kwart van de 18^e eeuw opgericht aan de noordoostkant van de noordelijke zijbeuk. Toen in 1845 pastoor Augustinus Vermeulen op die plaats een nieuwe sacristie liet bouwen, werd de calvarie met beenderhuis verplaatst naar de oostkant van de noordelijke zijbeuk, op de plaats waar pastoor Wauman in 1818 een bloemenhof-begraafplaats had aangelegd. In november 1993 werd de calvarie gerestaureerd door Maurits Mees. De calvarie werd in 2020 volledig hersteld door de firma P. Nijs uit Deinze..

In de gevel van het huis nr. 18 aan de Beerveldse Baan is er aan de rechterkant net onder de dakgoot een klein ingewerkt kapelletje te zien.

Vermoedelijk met een beeldje van een man met kind op de rechterarm.

Die pijlerkapel of staakkapel toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Zege, bevindt zich op het einde van de Sint-Elooistraat, aan Hoogbastelare.
Bepleisterde en gewitte vierkante pijler onder ezelsrug en bekroond met ijzeren kruisje. Beglaasde kleine rondboognis met Onze-Lieve-Vrouwebeeldje met Kind.
De staakkapel werd herbouwd eind 1986 door Etienne Heyndrycks.

De Nieuwpoortstraat valt nog onder de parochie Zeveneken en ligt op een uithoek van de nieuwe Bavoparochie.
Het oorspronkelijke kapelletje was een constructie in de vorm van een driehoek onder een pannendak, met een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Alle Genaden.

In de slaapkamer van de in 2013 overleden Albert Visspoel uit Zeveneken was er in een muur een kapelletje uitgewerkt. Daarin stond een zwarte Onze-Lieve-Vrouw in was.

Op de hoek van de Oude Veldstraat en de Hoekstraat staat dit kapelletje in rode baksteen. De driehoekige vorm en het typische Mariabeeldje verraden de initiatiefnemers voorhet bouwen ervan: de BJB.

In de kloostertuin in Zeveneken was er eveneens een Mariagrot.

In 2000 werd het Mariabeeld (grootte: 85 cm) teruggeplaatst nadat het door Visspoel Albert werd gerestaureerd.

Aan de Hoekstraat stond dit staakkapelletje rechtover de Doorslaarstraat ter aanbidding van Onze-Lieve-Vrouw voor Altijddurende Bijstand.
Het is in 1968 verdwenen.

De kapel aan de Hoekstraat ter hoogte van de woning nr. 147A zit verscholen onder de klimop.

Wellicht in de 19de eeuw werd langs die bocht van de smalle Ruilarewegel een kruis gezet, enkele jaren na WO I was die verdwenen.
Evelien De Bruycker, een bewoonster uit Ruilare, nam rond 1925 het initiatief om op dezelfde plaats een stenen veldkapel op te trekken. Nadat Gustaaf Sey mee hielp met de metser Tuur De Grote bij de opbouw van de kapel, bleef Gustaaf Sey en zijn familie 70 jaar lang, van generatie tot generatie, voor het onderhoud en verfraaiing van het lieftallige en sobere kapelletje instaan.

In Ruilare 14, in de voortuin van de familie Vercauteren werd een BJB-kapelletje geplaatst ter herinnering aan het Wereldcongres van de jeugd waaraan de jeugd van BJB Zeveneken, de voorloper van de KLJ, in 1960 deel aan nam.

De tekst bij het Mariabeeld zegt het:

Houten windmolen van omstreeks 1650 stond op perceelnummer B 384 aan de Sint-Elooistraat te Zeveneken.

De Stadsmolen van Zeveneken was een houten Korenwindmolen aan de westzijde van de Sint-Elooistraat  op 500 meter ten zuiden van de kerk. Hij wordt vermeld op de Poppkaart als Stad Molen.

Die naam kreeg hij omdat hij gebouwd werd in de wijk stadt.

In de legger van de Poppkaart van Zeveneken is de Rosmolen vermeld op het nummer B 385, het perceel naast de Stadsmolen en op dit moment eigendom van de molenaar Augustus De Geest.

Als er niet voldoende wind was om de Stadsmolen te gebruiken werd er gewerkt met de rosmolen. 

Bron:

- De Legger en de Poppkaart van Zeveneken.

In het artikel 708 in de Legger van de Poppkaart van Zeveneken staat de Oliemolen van Stefanie Vandevelde vermeldt op het perceel B 259 aan Zeveneken-Dorp ongeveer aan nr. 52.

Bron:

- De Legger en de Poppkaart van Zeveneken.

De Grutterijmolen was eigendom van de 'blompelder' Carolus Vanderlinden en gelegen recht over de kerk van Zeveneken.
Meer bepaald op het perceel A1214 ten noorden van de dorpsstraat.

In 1911 werd daarvoor het olieslagershuis gebouwd wellicht door architect J. Wevaert en die achterliggende olieslagerij werd in de jaren19(80-90) gesloopt.

Carolus ging door het leven als een blompelder, zijn molen pelde en bak het graan. Gerst, boekweit en gerst werden daarvoor doorgaans gebruikt. Die molenaar werd ook een grutter genoemd en zijn molen een grutterij.

In de gevel van het huis aan de Toleindestraat nr. 124 is er een kapelletje met een beeltenis van Maria. Volgens de huidige eigenaar is het huis minstens 80 jaar en was het kapelletje op de gevel toen hij het huis kocht.

Tot in 1988 was er op het midden van het kruispunt van de Brandstraat, Parochiedreef en Brandstraat een calvarie met een kruis.
Speciaal voor de processie werd door die twee heren een zandtapijt gemaakt die door niemand mocht betreden worden, behalve de pastoor die dan verplicht werd om tijdens die dienst door dit zandtapijt te gaan.

Aan de gevek van het huis nr. 15 in de Tollekenswegel is er boven de voordeur een ceramieken vlakbeeld van een Maria met Kind aangebracht.

In de Tollekenswegel is er een vlakbeeldje van Maria boven de voordeur van de bloemisterij Bracke.

Oorsponkelijk was er op dit kruispunt van de Heistraat met de Toleindestraat in de wijk De Jaeger een knotlinde waarin een kapelletje hing.
Hier was ook tot 1921 ook de grens tussen het noordelijke Destelbergen en Kalken die ten zuiden van de Heistraat ligt. De toenmalig pastoor-deken Manu Verhulst bestelde voor dit kapelletje een nieuw Mariabeeld bij kunstenaar en keramieker Paul De Bruyne uit Gent.

Toen in 1930 het kerkhof van Beervelde werd vergroot, werd ook die Calvariekapel geplaatst op het graf van de pastoor.

De voormalige pastorij met een Heilig Hartbeeld boven de deur.
Het gebouw wordt nu door de gemeente als bibliotheek gebruikt en vond iemand het nodig om het H. Hart beeld uit het zicht te onttrekken door er een paneel voor te monteren.

In 1906 werd de kapel bijgebouwd in het klooster van de zusters van het H. Hart van Maria, aan de kloosterstraat te Beervelde. We kregen een ansichtkaart via Marcel Vergaelen in bruikleen. De foto is van een reeks van de fotograaf en uitgever Mertens en Zoon uit Zellik. De foto is van voor 1973.

De oorspronkelijke kapel gesticht begin 14de eeuw, zou circa 1600 vervangen zijn door een nieuw bedehuis waarvan alleen de gotische toren bewaard bleef. Bij de vergrotingswerken van het kerkgebouw in 1728 en 1824 bleef telkens de oude toren behouden.
Tot 1809 bleef het bedehuis een succursale van de kerk van Destelbergen, van dan af zelfstandige parochiekerk.
In 1927 werd de kerk gesloopt met uitzondering opnieuw van de toren waarachter een nieuwe neogotische kerk werd opgericht (1928) naar ontwerp van architect Henri Valcke.

Die kapel met Maria met kind beeld ligt aan de Haanhoutstraat ter hoogte van nr. 86 naast de ingangsweg naar de hoeve die in de 18de eeuw nog deel uitmaakte van het Sint-Janshuisgoed.

In de tuin van de vrije school in de Kloosterstraat stond een kapel.
Die was gelukkig nog te zien op een klasfoto van Erik De Groote.

In de wijk “Klein Gent” aan de Magretstraat nr. 20 staat die kapel op privé-eigendom van de familie Valcke.

Daar waar de Zevestraat, Breestraat, Vossestraat en Klein Gent samenkomen, hangt aan een knotlinde dit kleine Mariakapelletje.
Jarenlang was het eigendom van de familie Willems die instond voor het onderhoud. Intussen is die familie er niet meer, maar het kapelletje nog altijd.

Op de wijk Cootveld, ter hoogte van het huidige huisnummer 10, woonde in de 19e eeuw het echtpaar Bernard Van Driessche – Marie Niegens.
In 1861 lieten ze een kapel bouwen en zorgde ze voor een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende bijstand. Hun naam met het jaartal 1861 hangt buiten aan de stijlen naast de kapeldeur.

Die Magretkapel op de wijk Cootveld  gebouwd in 1861 heeft twee gezichten.
Aan de voorkant is er aandacht voor Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende bijstand.
Doch in de achtergevel staat in een muurnis de Heilige Rochus.

Op de wijk ‘De Hoek’, op de hoek van de Hanselaar- en de Toleindestraat, stond dit oude huis waarvan we op de foto het dak kleurden. Langs de westgevel gaven twee deuren respectievelijk toegang tot een café en kruidenierswinkel. Op de gevel staat: ‘A. Rijckbosch-Estaminet-Handelaar’.
In de topgevel prijkte rechts van een zolderraam een Mariabeeld in een kleine nis.

Stijlkapel met een beeld van Maria met kind aan de ingang van de firma Cocquyt A. op hun oprit aan de Toleindestraat 115.

In de Tollekenswegel is het kapelletje in de gevel van het huis nr. 17 leeg.

In het park van Beervelde, eigendom van Graaf de Kerckhove de Denterghem, staat een metalen wiel dat diende om water op te pompen, voor de bevloeiing van het kasteelpark. Graaf Charles de Kerchove de Denterghem had een grote hofbouwkundige belangstelling. Hij was onder meer voorzitter van de Gentse Floraliën. Hij liet in 1870-1873 naar ontwerp van de architect Théophile Bureau (1827-1884) een nieuw  kasteel bouwen. Een nieuw park met vijver werd als een soort arboretum aangelegd naar ontwerp van 1873 door tuinarchitect L. Fuchs.

De Kleine Molen, die ook Molen Van Lierde werd genoemd, was een houten korenwindmolen gebouwd in de 17^de eeuw (wellicht 1642) van het type Staakmolen. De Kleine Molen werd opgericht op het kadasterperceel E 457 aan de Toleindestraat in de gemeente Destelbergen. Vanaf 1921 is de molen in het zelfstandige Beervelde genoteerd op het kadasterperceel B 457. Die molen werd gesloopt in 1937. Het perceel B 457 werd na de volgende fusiegolf in 1976 bij Lochristi gevoegd.

Eigenaars na 1830:

De Grote Molen was een houten korenwindmolen in Kalken, die in de 19^de eeuw Beirveld Molen werd genoemd (Popp-kaart van Kalken, ± 1855), later de Grote Molen of Molen De Clercq geheten, naar de familie De Clercq die er generaties lang eigenaar van was. Die molen behoorde oorspronkelijk tot Kalken, wijk Beervelde, Art. 23, Sectie A nr. 7, nabij de grens met Destelbergen, wijk Beervelde, maar behoorde vanaf 1921, na de vorming van Beervelde als zelfstandige gemeente, tot Beervelde.

De Begijnsmolen was een houten korenwindmolen die in 1860 werd opgericht in de Toleindestraat op het perceelnummer B 446c.

Opeenvolgende eigenaars:

Naam : Molen Waeyenbergh en De Visschermolen

Ligging: Rivierstraat 12 Beervelde (Lochristi)

Eigenaar: privaat

Bouwjaar: 1873

Type: Stenen grondzeiler
Functie: Oliemolen

Kenmerk: ingekorte romp

Gevlucht/Rad: Verwijderd, was ca 24 m

In het artikel 1160 in de legger van de Poppkaart staat op het perceel A 8 een Moulin à manége genoteerd als eigendom van de molenaar De Clercq Felix in Beervelde. Volgens de Poppkaart van Kalken stond die Rosmolen tussen de Grote Molen en de  Heistraat.
In Vlaanderen spreekt men van een Rosmolen maar het is ook een Bloedmolen, dit betekent een molen aangedreven door een levend wezen.
Die kleinere molen was voor de molenaar een bijkomende mogelijkheid op ook op de windarme dagen te kunnen malen. 

Volgens artikel 602 in de Legger van de Poppkaart was er op het perceel E614 aan Beervelde-Dorp nr. 39 een oliepaardenmolen in eigendom van Waeyenbergh Petronella en Joanna.

Op de hoek van de oorspronkelijke apotheekwinkel stond een groot beeld, die helaas verdwenen is.

Op de begraafplaats van Destelbergen staat ter nagedachtenis van de pastoors Van der Wee Kamiel en Vandenbossche Felicien een dodenkapel.

Deze kapel verbergt een elektriciteitscabine. Het beeld van Maria met kind zou geschonken zijn door
de familie Cardon de Lichtbuer.

Aan het terras ging in 1988 aan de gevel van het buitenverblijf Les Chaumes een kapelletje.

Aan de achterwand van de kerk hangt nog het overdekte kruis-Lieve-Heer die dateert uit de tijd dat het kerkhof nog rond de kerk gelegen was.
Rondom de kerk zijn aan de muren enkele grafplaten van verwijderde graven aangebracht van, voor de kerk en de gemeenschap, belangrijke mensen zoals priesters, burgemeesters, kasteelbewoners, enz.

Het huidige beeldje in het kapelletje aan de ingangspoort van de hoeve van de Sint-Pietersabdij werd er geplaatst nadat het vorige, geschonken door boer Roger Cocquyt, verdwenen was. De boerderij van op het schilderij heeft ondertussen plaatsgemaakt voor een groot modern gebouw en het kapelletje hangt nu aan de linker kolom.

In het Godshuis was een kapel waar het altaar stond die nu in de PiusX winterkapel staat in de kerk Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw. Het Glasinloodraam uit dezelfde kapel werd door glazenier Mestdagh in een door leds verlichte kast opgehangen ter hoogte van de PiusX winterkapel in de Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuwkerk.

In het kasteeldomein Les Chaumes staat nog een derde beeld in een kapel ter hoogte van de buitenmuur gelegen nabij de Groenstraat.

Dit kapelletje bevond zich vroeger op de eigendom van de familie Vertriest. Nadat zij naar het rusthuis gingen werd tijdens een ziekte in een familie van de buren beloofd, de zorg van de kapel op zich te nemen. Zo kwam dit kapelletje terecht in de tuin van de familie Van Rysseghem-De Pauw.

In de zijgevel van een huis in de Bonsgrachtstraat ontdekten we een verlaten kapelletje.

Op de hoek van de Houtstraat met de Haenhoutstraat stond er eeuwen terug een kapel.
Op de oudere kaarten zoals van Ferraris (1777) en Benthuys (1761) staat de plaats ervan aangeduid.
Op de plaats ervan kwam een herberg met een kapelletje boven zijn voordeur.
De herberg had de toepasselijke naam 'In 't oud kapelleke'.

Deze kapel werd in 1934 ingewijd door pastoor Van Der Wee Kamiel die hier pastoor was van 1918 tot 1937.

Aan de Schaessestraat nr. 32 nabij de overweg is er een verlaten Mariakapelletje boven de voordeur.

Het metalen gevelkapelletje werd, na het optrekken van hun hoeve aan de Scheldekant nr. 14, door de familie De Meulenaere opgehangen in de jaren 1980.

Heden heeft het kapelletje een ander beeld en hangt het op die nieuwe, maar een van op de straat zichtbare plaats aan de gevel van de schuur.

Hoog aan de gevel van het huis aan de Zevensterrede nr? 1 hangt er een Mariakapelletje met een vlakbeeld van Maria.

Een Mariakapel op de gevel van het huis op de hoek van de Dendermondesteenweg en de Destelbergenstraat. Het huis staat aan de grens met Destelbergen, maar op het grondgebied van Sint-Amandsberg.

Deze pijlerkapel staat op de zuidwesthoek in de omheiningsmuur van het Kasteeldomein Les Chaumes aan de Haenhoutstraat. Het kapelletje bevat een glas in lood waarin een gekruisigde Christusfiguur is afgebeeld. Elk jaar was er hier in de meimaand met de buren een bidmoment voorzien.

Aan de witte gevel hangt een kapelletje met een beeltenis van Maria met kind.

Het is er gehangen door de vorige eigenaar, maar het beeld was aan vervanging toe.

Marina Van geertruyden de nieuwe eigenaar en bewoonster van het pand nr. 2 in de Markiesstraat heeft een nieuw beeldje gekocht in Oostakker-Lourdes. Haar vader heeft het ooit laten wijden door Jozef Ghijs die pastoor was in de parochie Pius X van oktober 1976 tot juli 1993.

In de parochiekerk van Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw is er aan de zijkant een kapel die momenteel de Pius X-kapel wordt genoemd ter herinnering aan de afgeschafte parochie Pius X. Die Pius X-kerk wordt nu door de Vrije Basisschool Pius X gebruikt.

Voorheen was die ruimte de kapel ter herinnering aan de kasteelfamilie Huyttens. Dit gebeurde nadat hun kapel in het rusthuis aan de Kerkham ontmanteld werd. Het altaar, de herdenkingstekst en het glas in lood-raam werden naar hier gebracht. Tevens werden hun statieportretten toen aan de muur gehangen.

Kapelletje aan de gevel van een schuur.

In de voorhof van het godshuis, het rusthuis voor ouderlingen in Destelbergen, werd in 1871 tegen de omheiningsmuur, in opdracht van Isabelle Haeck, een neogotische Piëtakapel geplaatst. Op de steen onder de Piëta staat gebeiteld: "Matri dolorossissima erexit: Isabella Haeck, 1871".

De kapel is momenteel volledig gesloten en het rozetvenster in de achtergevel dichtgemetseld!

Deze verdwenen kapel werd door Jerome Van Zele gebouwd in zijn voortuin. Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw was een kopie zoals het in Lourdes staat als de Onbevlekte Ontvangenis

Op een detail van de kaart van Carolus en Adriaen François Benthuys van 1771 is een eerste keer een aanduiding van een kruis achter het domein van het kasteel Succa te zien.

Na een aangestoken brand aan het kruis in juli 1898 kwam die jaarlijkse bedevaart meer in de kijker.

Vroeger (1898) stonden de staties van Bergenkruis in kapelletjes hoog op houten palen.
Het is pas in 1903 dat de stenen muur rond het bedevaartsoord werd geplaatst.
Nog later (1920) werden die staties in de nissen van de muur geplaatst.

In de tuinmuur van het klooster aan de Kerkham werd dit kapelletje uitgewerkt. Het bevindt zich in de restant van de omheiningsmuur rechts van de weg naar het huidige politiegebouw in de Kerkham. 
Het originele beeld is verdwenen.

Op de begraafplaats van Destelbergen is er op het graf van Sonneville Palmyre († 1960) een kapelletje gebouwd met een beeltenis die de kruisverering uitbeeld.

De eerdere kapel (zie kopie van het lino gemaakt door De Vos Emile) werd na een ongeval afgebroken.

In 1998 werd onder impuls van Alice Sonneville en door sponsoring van de familie Sonneville een nieuwe kapel gebouwd.

Het kapelletje is reeds diverse malen door vandalisme beschadigd en ook reeds enkele beeldjes gestolen.Daarom staat er een eenvoudig Mariabeeld in de kapel. Een ouder beeld wordt enkel tijdens speciale dagen geplaatst.

De kapel wordt nu regelmatig onderhouden door André De Vos, beter bekend als de melkboer aldaar.

Deze kapel staat sedert de jaren 1950 op de eigendom van bloemisterij Moreau-De Coninck. In de jaren 1950 hing daarin een tekening van Onze-Lieve-Vrouw gemaakt door kunstschilder Firmin De Vos. Nu is er in het kapelletje een plaasteren vlakbeeldje van Onze-Lieve-Vrouw met kind.

Aan de Schaessestraat staat in de voorhof van het huis nr. 17 een rotskapel (met nr. 17a).

In het kapelletje is een beeldje van Maria met Kind te zien.

De kapel in de Beukendreef is gebouwd in 1847.

Boven de deur aan de binnenkant is een stenen plaat aangebracht met een Latijnse tekst, vertaald:
"Deze kapel werd opgericht dank zij de godsvrucht en de giften van Leonard Huyttens en Fernanda Van Tieghem, zijn echtgenote, werd ontworpen door  de weledele heer Eugenius Dons; zij werd gebouwd en met beeldhouwwerk versierd door Joannes Franck, ten jare 1847."

Aan de rechterkant van het Hospice gebouw stond er in de voortuin een kapel tot omstreeks 1985.

In 1986 werd het Hospice aan de rechter kant uitgebreid met een nieuwe gemeenschapszaal en werd  de parking naast het Hospice aangelegd, sedertdien is die kapel verdwenen.

Na WO II werd het kapelletje door moeder De Bels opgehangen aan een boom op de hoek van de Molenstraat en de Damstraat. Toen men de boom moest vellen werd het kapelletje in haar tuin geplaatst. Na het overlijden van moeder De Bels in 1972 werd het onderhoud overgenomen door de volgende bewoners van het huis.

In 2021 werd het huis afgebroken en wellicht is met het puin ook dit kapelletje verdwenen.

In de rechter pijler van de toegang tot de boerderij gelegen naast het kasteel Notax, is een kapelletje met beeldje.
Voor de weg afgesloten werd, werd ook aan dit kapelletje geregeld gestopt door de passanten.
Het is nu de privé weg van het kasteeldomein.

Clothilde Meirson, tussen 1930 en 1969 de herbergierster van het Pauwken, hing een kapelletje in een lindeboom net voor haar herberg. Toen de zaak was overgenomen hebben ze het kapelletje voor hun woning aan een boom gehangen. Twee maal is de kapel door onbekenden meegenomen. Vandaag staat het iets verder, in de voortuin van de zoon François De Maesschalck, nog steeds nabij het Pauwken, zijdelings te zien achter de bushalte. In het kapelletje staat een O.-L.-Vrouw van Fatimabeeldje

In de jaren 1960 was er in de Kouterstraat een kapelletje aan de gevel van café Primo. Dat was geplaatst door Bertha Van den Bossche. Later werd het kapelletje aan de hoek van de Zandstraat  en de  Kouterstraat op de eigendom van Robert Lammens geplaatst.

Daarna hing het kapelletje aan een boom op de andere hoek van de Zandstraat en Kouterstraat onder  toezicht van Jozef en Bertha Van Driessche.

Het kapelletje is nu verdwenen

In de Bergenmeersstraat is er in de gevel van het huis nr. 5 een kapelletje.
Helaas is het Sint-Antoniusbeeldje verhuisd en is het kapelletje nu leeg.

Het oude kapelletje kapel stond oorspronkelijk aan de oprit naar de hoeve aan de Panhuisstraat.
In de jaren '60 stonden er links en rechts van de staakkapel een klein grotje.

Tijdens de werken aan het zuiveringsstation verdween de boerderij en het kapelletje. Onder impuls van enkele wijkbewoners werd het nieuwe kapelletje geplaatst. Zowat dagelijks wordt het kappelletje door de rondwandelende bewoners van het WZC Panhuys bezocht.

Het eerste kapelletje werd door de scouts in 1948-’49 op de bloemistengrond van Debersaques geplaatst
aan de hoek van de Stationsstraat en de Volderrede.

Later werd het kapelletje verplaatst naar de hoek met de Haeseveldwegel. Momenteel is het kapelletje
niet meer te zien.

Naam: Molen De Clercq en Molen van Auman

Adres: Damstraat 13, 9070 Destelbergen, hoek met Kouterstraat, tegenover de Molenstraat
1,5 km NO van de Kerk, Kadasterperceel B387

Type: Staakmolen met open voet
Functie: Korenmolen

Naam: Molen Buyst

Ligging: Stationsstraat, Destelbergen, Sectie B 238

Bouwjaar: Vóór 1817

Type: Stenen bergmolen
Functie: Korenmolen

Kenmerk: Romp was vroeger gewit,
nu begroeit met klimop

Gevlucht/Rad: van ca. 24 meter is verwijderd

Joannes Van Doorsselaere herbergier in Destelbergen verkoopt: Huis, Stede ende Erve, benevens een Olieslagersmolen in Destelbergen, jegens de Dendermondschen-steenweg. Belast met 400 ponden wisselgeld.

Artikel 293 in de Legger van de Poppkaart van Destelbergen vermeldt een olieslagerij op het perceel A 583 a bis nabij de kerk. Eigenaar was toen Roels Thomas een zakenwaarnemer in Destelbergen.

Er schuin over was er vanaf 1835 de estaminet 't Meuleken, net naast de kerk.

De moleninrichting werd gesloopt in het begin van de 20ste eeuw.

Bronnen:

Volgens het artikel 602 in de legger van de Poppkaart van Destelbergen was er in de Houtstraat op het perceel B 54e een olieslagerij in eigendom van de landbouwer Roels Franciscus.

Volgens het kadaster zou er ook een rosmolen geweest zijn, vooraleer de stenen met stoom aangedreven werden

In dit verlichte Gevelkapelletje op het huis aan de Lindestraat nr. 72 staat een biddende Onze-Lieve-Vrouw beeldje met een gouden Rozenkrans.

Die kapel in de Nokerstraat nabij nr. 58 kwam in de plaats van het vorige kapelletje die 100 m verder staat.
De Landelijke Gilde nam het initiatief om voor een nieuwe kapel te zorgen.

De nieuwe uit steen gemetste kapel meet 1,80 meter hoog en is 1,20 meter breed en staat op de grond geschonken door landbouwster Alma Schatteman, voormalig bewoonster van de boerderij Nokerstraat 58.

Dit kapelletje bevond zich in oktober 1979 op de zijgevel van de hoeve aan de Sprendonkstraat nr. 2.

De hoeve en het kapelletje zijn verdwenen.

Die kapel in de Nokerstraat nabij nr. 58 kwam in de plaats van het vorige kapelletje die 100 m verder staat.
De Landelijke Gilde nam het initiatief om voor een nieuwe kapel te zorgen.

De nieuwe uit steen gemetste kapel meet 1,80 meter hoog en is 1,20 meter breed en staat op de grond geschonken door landbouwster Alma Schatteman, voormalig bewoonster van de boerderij Nokerstraat 58.

Dit pijlerkapelletje bevond zich in oktober 1980 in de linkerkolom van het toegangshekken van de hoeve aan de Keurestraat nr. 3.

Boven de voordeur van het huis aan de Lindestraat nr. 31A is er een kapelletje met een Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes omgeven met witte bloemetjes.

Tijdens de WO II werden er overal in Vlaanderen verschillende veldkapelletjes gebouwd op verzoek van de Boerengilde en de BJB (de Boerinnen-jeugdbond) voor onze Vlaamse jongens die door de Duitsers opgeëist werden. Edgard Lameire heeft er zo verschillende gratis in hout gemaakt. Je herkent ze aan hun typische vorm
 en blauwe kleur. Het was in die periode dat André Reynvoet voorzitter was van de BJB in Oostakker en in 1943 werden deze kapelletjes door de toenmalige proost Van Den Bossche ingezegend.

In de gevel van het huis aan de Lindestraat nr. 27 is er een kapelletje met een Onze Lieve-Vrouw met kind. Het Kapelletje is met een geschilderd hekje afgesloten.
De gevel is nu gerenoveerd en met crêpe behandeld. Gelukkig is het kapelletje gebleven en het deurtje helemaal vernieuwd.

Een Onze-Lieve-Vrouw met kindje staat in het hoekgevelkapelletje aan Desteldonkdorp nr. 5, een huis dat ook vermeld is in Onroerend Erfgoed Vlaanderen.

In de gevel van de oude schuur zat een kapelletje, tijdens de renovatie van dit gebouw aan Desteldonkstraat nr. 11  is een nieuw gevelkapelletje waarin Sint-Antonius met het varken staat.

In dit kapelletje aan de Lindestraat nr. 42 aan het huis van de familie Polfliet staat een Onze-Lieve-Vrouwbeeld met een kindje om de arm waarvan het hoofdje ontbreekt.

Die kapel is er gekomen ter vervanging van het kleinere kapelletje die zich, 50 jaar terug, aan het landbouwbedrijf van de grootvader van Bart Polfliet bevond?

De kapel op het Moleneinde te Desteldonk is er gekomen in in de plaats van een oudere verdwenen kapel. Ze werd in mei 1906 opgericht in een rechthoekige neogotische baksteenbouw op omlopende natuurstenen plint, onder een steil leien zadeldak. In de kapel staat een plaasteren beeld van O.-L.-Vrouw van Lourdes.
Het oorspronkelijke houten beeld wordt in Desteldonk bewaard.

In de pijlers van het toegangshekken aan de Lindestraat nr. 23 zijn er 2 kapelletjes.
In de linker pijler treffen we Onze-Lieve-Vrouw met kind aan terwijl in de rechter kolom er waarschijnlijk een Sint-Antonius staat.

Voor het ouderlijk huis van de familie Lafaut hing dit kapelletje aan de linde.
Het huis is verkocht en de nieuwe eigenaar zou op dit perceel meerdere woningen willen bouwen.

 In akkoord met de nieuwe eigenaar werd het kapelletje weggehaald door de dochter van het gezin, zodat het kapelletje met het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes nu aan de Rechtstraat nr. 3 te bewonderen is.

Die pijlerkapel in de rechter kolom van het toegangshekken van de woning aan de Busstraat nr. 15 wordt nu als brievenbus gebruikt .

Het KBJ kapelletje dat uit het Galgenstraatje weg moest voor de havenuitbreiding belandde na een tussenstop in de Nokerstraat naar de hoek van de Putteveldestraat en de Lindestraat.

Deze kapel aan de Zuidledebrug werd gebouwd voor december 1898, want de kerkfabriek aanvaardde dan de schenking door Clara Verschraeghen, religieuze te Gent, en haar moeder dame Mathilde Dupont van een perceel grond van 49 centiaren met de daarop gebouwde kapel toegewijd aan de heilige Maria, moeder van Jezus.

Aan deze hoeve uit de 18de eeuw die ligt aan de Rostijnestraat nr. 8 is er aan de straatkant een gecementeerde bakstenen wegkapel. Het heeft een kruis bovenop het pannendak en in 2021 staat in de nis een klein Mariabeeldje met kind.

Dit kapelletje in de linkerkolom van het toeganghekken van de hoeve aan de Lindestraat nr. 33 is helaas, begin 2021, onverwachts verdwenen.
In een beschrijving, van 1980, van het onroerend erfgoed lezen we dat er een uitgespaarde rondboognis voor wegkapel met Onze-Lieve-Vrouwbeeld, afgesloten door geajoureerd ijzeren deurtje, was.

Naam: Abdij molen, Molen Verschaffel, Molen De Craene

Ligging: Moleneinde 35, 9042 Desteldonk (Gent)
hoek met Nokerstraat, 1,4 km Oost van de kerk, kadasterperceel B 563

Gebouwd: 1448 (hout)

Type: Staakmolen,
Functie: Korenmolen

Beschrijving/geschiedenis:

De Oude Molen of Molen De Rijcke was een houten koren- en oliewindmolen, type driezolder­staakmolen, aan de zuidzijde van de Oudemolenstraat (nr. 14), aan de oostzijde van de Nokerstraat.

De molen werd werd tussen 1775 en 1834 opgericht.

We zien hem nog niet op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar wel de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860), met het symbool van een staakmolen op teerlingen.

Eigenaars

Naam: Molen Verschaffel, Molen De Craene

Ligging: Moleneinde 35, 9042 Desteldonk (Gent)
hoek met Nokerstraat , 1.4 km Oost van de kerk
kadasterperceel B 563
Geo positie: 51.122429, 3.800494 lill (Google)

Eigenaar: Sandra Van de Voorde, Desteldonk

Gebouwd:  1876 (steen)

De weduwe en kinderen van Dominique Van Hecke lieten de staakmolen aan de Oudemolenstraat in 1904 slopen en als een stenen bergmolen heroprichten aan de westzijde van de Nokerstraat (nr. 46), tegenover de Oudemolenstraat, waarvan de romp nog bestaat.

Die rosmolen werd in 1850 nabij de houten koornmolen geplaatst om ook in windstille perioden te kunnen werken.

Tot de Legger van de Poppkaart opgemaakt werd is Francisca Walraeve, de weduwe van Joannes Deryck ook de eigenares van de Rosmolen.

In 1876 besliste molenaar Dominique Van Hecke om die rosmolen af te breken en te vervangen door een stoommolen.

Later werd de loods van de stoommolen opgenomen in het huis.

Die Sint-Jozefkapel, gebouwd in 1868 en toegewijd aan de Heilige Jozef, was eigendom van de kerkfabriek van Heusden en stond op grond van de familie Collin op de hoek van de Steenvoordestraat en de Kruisstraat.

In 1989 besliste het gemeentebestuur tot de afbraak om de zichtbaarheid van het kruispunt te vergroten. De kerkfabriek vroeg aan de gemeente Destelbergen om een nieuwe kapel te bouwen.

Deze Sint-Antoniuskapel aan de Bommelsrede werd beloofd door de heer Leon de Séjournet de Rameignies uit dank voor de blijde terugkeer van zijn zoon Christian na de Eerste Wereldoorlog.

Het Godshuis of het hospice van Heusden had eveneens een kloosterkapel. Het was sedert 1896 toegestaan het allerheiligste sacrament te bewaren, met de verplichting om minstens veertiendaags de Misviering te laten doorgaan.

Deze kapel op de hoek van de Heidestraat en Kleempendorp werd gebouwd in 1909 en ingewijd op 18  juli. De bouwheer Remi Van Steenberghe schonk de kapel, gewijd aan de zeven smarten van Maria, aan de kerkfabriek van Heusden.

Jaarlijks was die kapel de benedictieplaats op de plechtige processie op de feestdag van de Heilig Kruisverheffing.

De kapel werd in 1970 afgebroken om de verbredingswerken van de Heidestraat mogelijk te maken.

Op het einde van 1876 werd de grafkapel van de familie Helias d’Huddegem naast de kerk aan Heusdendorp gebouwd, in opdracht van barones Maria de Moffarts, weduwe van Robert Helias d'Huddeghem, de kleinzoon van Emmanuel. De kapel en het Onze-Lieve-Vrouwbeeld daar op het altaar geplaatst werden ingezegend op de vierde zondag van augustus 1877. De kapel werd in 1992 gerestaureerd in opdracht van de aanverwante familie van Tieghem de Ten Berghe.

De Klaverkapel werd op kosten van jonkvrouw Félicie d’Hoop de Synghem in 1855 gebouwd, een jaar na het dogma van

Het Onze-Lieve-Vrouwkapelletje in de Brugwegel op een foto van 1953. 
In 2017 vonden we een blauwe kapelletje op dezelfde boom.
Er staat nu een beeldje in van Maria met Kind op de arm

Dit kapelletje aan de D’Haenestraat werd in 1921 gebouwd in opdracht van de brouwer Cornelis. Hij kocht dat jaar de aldaar bestaande brouwerij en kwam er ook wonen. Die kapel is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en werd een druk bezochte bidplaats, vooral tijdens WO II kwamen vele mensen een of andere wens afsmeken. Na de oorlog is het kapot gereden. Maar de buren hebben het kapelletje heropgebouwd met steun van de kerkfabriek van Melle. Dit gebuurtekapelletje kreeg in 1996 een nieuw wit beeldje van Maria met Kind, gemaakt door de toen 85-jarige Maurice De Lust.

Op de begraafplaats van Heusden staat een grafkapelletje op het graf van de familie Penen.

Die Onze-Lieve-Vrouwkapel werd in 1866 gebouwd in de Hofstraat (nu Krekelstraat) als vergaderplaats voor de verschillende congregatiën van de parochie

In hetzelfde jaar als dat het nieuwe kasteel en de hoeve op Heusdongen werden gebouwd, is in 1899 door de kasteeleigenaar Havenith Auguste deze kapel gebouwd. In de topgevel was het wapenschild van de burggraaf van Gent, Zeger III, aangebracht. De kapel werd in 1972 afgebroken.

Dit veldkapelletje op de hoek van de Meersstraat en de Steenakkerstraat werd in opdracht van mevrouw De Wilde-Dutry (Kasteel Buitenhof) gebouwd in 1932 en toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Smarten. Het eerste Mariabeeldje, beschilderd door haar zus Jeanne Hebbelinck-Dutry, werd vernield.

Dit kapelletje aan de D’Haenestraat werd in 1921 gebouwd in opdracht van de brouwer Cornelis. Hij  kocht daar dan de bestaande brouwerij en kwam er ook wonen. Die kapel is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en werd een druk bezochte bidplaats, vooral tijdens WO II kwamen vele mensen een of andere wens afsmeken.

Aan de linker kant van de voorgevel van het huis aan de Bommelsrede 48 is er een onderhouden Kapel met een beeltenis van Sint-Jozef met een Kind die een kruis draagt.

Mariakapel aan de Bommelsrede ter hoogte van het nr. 65, het staat net op de grens met Wetteren, die kant van de weg heet Druilhoekstraat.

Nadat Julien Impens in 1932 geopereerd werd aan een cronische appendicitis en een ernstige verwikkeling overwon, zei dokter Schotte: “Hij is terug, maar ik heb hem niet teruggebracht.”

Om te waken over de hopplantjes die Nick Raman daar kweekt, plaatste Nick aan de rand van het veld een kleine houten staakkapelletje in de Molenweidestraat. Het Mariabeeldje, achter het glas, komt van zijn moeder die tijdens een bedevaart naar Lourdes dit plastieken beeldje gevuld met Lourdeswater had meegebracht.

In de Bommelsrede 50 is er een verlaten kapel in een hoekstijl van 't hof ter Bommels, zoals vermeld op de plank aan de oprit.

Die Sint-Jozefkapel op de hoek van de Wellingstraat en de Kruisstraat werd op vrijdag 25 november 1994 ingewijd in vervanging van de oude Sint-Jozefkapel die tot 1989 op het kruispunt van de Steenvoordestraat en de Kruisstraat stond en 125 jaar oud was.
Voorheen stond op dit kruispunt in het midden van de straat een Calvariekapel.

In 1868 liet E.H. d’Hoop Victor (1821-1898) op zijn eigendom in de Tramstraat de Sint-Antoniuskapel bouwen. Vanaf 1932 was het samen met het huis ernaast eigendom van de familie Maurice De Meester. De kapel werd in 1952 door een vrachtwagen vernield.

In het schoolgebouw van de Vrije Basisschool De Parel is er boven de deur naar de klassen een kapelletje met het beeld van het Heilig Hart.

Die school is in 1882 samen met het klooster opgericht door de congregatie zusters van de H. Vincentius van Deinze.

In de gevel van de Vrije Basisschool De Parel is er boven de toegangsdeur van de klassen een kapelletje met het beeld van de Heilige Vincentius. Die school is in 1882 samen met het klooster opgericht door de congregatie zusters van de H. Vincentius van Deinze.

In de Grafkapel van de familie Helias d'Huddeghem staat voor het altaar een mariakapelletje.

Gevelkapelletje op de zijgevel van een schuur.

In de zijgevel van de woning aan de Magerstraat nr. 131, gebouwd door De Groote Cyriel in 1988, is er een gevelkapel ingewerkt.

Achter de kerk van Heusden is er een kruis-Onze-Lieve-Heer onder een afdak opgehangen.

Rond de kerk van Heusden was vroeger een kerkhof, enkele grafstenen zijn aan de kerk en de omheiningsmuur opgehangen.

In de Kalverbosstraat is er aan de gevel in de schouw een kapelletje uitgewerkt waarin een Mariabeeld staat.

De huidige inwoonster had bij haar grootmoeder thuis steeds een rotske met een Mariabeeld gezien en ze had zich voorgenomen om, als ze zelf een eigen stek had, ook een Mariabeeld te hebben.

Dit beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Fatina staat daar nu 33 jaar (ongeveer vanaf 1989) en heeft ze als grootmoeder nu zelf zeven kleinkinderen.

Op het kruispunt van de Wellingstraat en Kruisstraat stond op een kalvarieberg reeds in 1725 het Heilig Kruis.

In de Mussenstraat nr. 64 staat aan de straatkant een wit geschilderd stijlkapelletje.

Boven de deur van het klooster van de zusters in Heusden hing een wit kapelletje.

Het klooster is gesticht omstreeks 1842 door mevrouw Flavie Durot en werd eerst enkele jaren bestuurd door de zusters van Waasmunter, die daarna door burgers werden vervangen.
In 1872 is er vanuit Heusden hulp gevraagd aan het klooster van Oostakker, die met drie zusters insprongen. Dit werd daarna bestendigd.
Eind augustus 1977 hebben de laatste zusters het klooster alhier verlaten.

Naam Kernemelkmolen

Adres: Laarnebaan 1, 9070 Heusden (Destelbergen) noordzijde
hoek met Melkwegel, 700m N.O. van de kerk, kadasterperceel A 601

Type: Staakmolen
Functie: Korenmolen

Gebouwd: vóór 1509
Verdwenen: in 1893 gesloopt

Beschrijving/geschiedenis:

Ertbuermolen te 'Liefkensberge', Dendermondsesteenweg 822 9070 Heusden (Destelbergen) hoek met Meersakkerstraat Ertbuer op het kadasterperceel: A 29, 4,3 km N.O. van de kerk

Type: Staakmolen
Functie: Korenmolen

Gebouwd vóór 1608
Gesloopt in 1931

Beschrijving/ geschiedenis

Vóór 1732 stond reeds een Olieslagmolen aan Melleham ter hoogte van de huidige Dhaenenstraat nr. 22.

Naam: Hazeputmolen

Ligging: D'Haenestraat 69, 9070 Heusden (Destelbergen) hoek Haagstraat tegen de vroegere Scheldearm 2,8 km ZO van de kerk op het kadasterperceel D422

Type: Staakmolen
Functie: Korenmolen

Gebouwd vóór 1509
Verdwenen: na brand in 1890 is de molen in 1891 door sloop volledig verdwenen.

De abdij Onze-Lieve-Vrouw Ten Bosse, een abdij van de zusters in de orde van Cîteaux, de cisterciënzerinnenorde, werd in 1215 te Lokeren opgericht, maar verhuisde in 1246 naar Heusden, waar een nieuw klooster dichtbij de Schelde werd gebouwd. De site in Lokeren werd een abdijhoeve en refuge, sedert 1259 Oudenbosch genaamd. De nieuwe abdij te Heusden kreeg sedert 1307 de naam Nieuwenbosch¹, ook soms zoals op bijgaande kaarten Nonnebosch.

Molen Ascoop

Pensstraat 9070 Heusden (Destelbergen)
Nederheide kadasterperceel C 552c

Type Stenen windmolen
Functie Korenmolen

Gebouwd 1883
Verdwenen 1919, onttakeld
1967, sloop romp

Beschrijving / geschiedenis:

Adres: Loveldstraat 39 9070 Heusden (Destelbergen)
kadasterperceel B463^d
Laatste eigenaar: A. Remue
Bouwjaar: 1867-1868
Type: Stenen bergmolen
Functie: Korenmolen
Kenmerk: Boven elkaar geplaatste vensters
Gevlucht/rad: Verdwenen na brand in 1914

Het artikel 684 van de legger van de Poppkaart van Heusden vermeldt Van Wetter Auguste en gezusters, particulieren Gent als eigenaars van de Oliemolen op het perceel C 86d.

In de voorhof van het kasteel Terlack kwam aan de Krekelstraat een woonhuis en gebouwen bij, die aanvankelijk ingeschreven was als fabriek-oliemolen.
Later werd dit een katoenhandweverij.

Op het einde van de jaren 1980 bezorgde oud-burgemeester en ere-voorzitter van het wijkcomité ’t Kasseitje, dit kapelletje aan deze wijk. Het grondig gerestaureerde kapelletje stond oorspronkelijk aan de kapel van Lobos.

Dat Mariakapelletje bevindt zich in de straat Kapelletje, ter hoogte van het kruispunt met de Tulpenlaan.

Het kapelletje staat ingebouwd in de omheiningsmuur van het domein van het kasteeltje aan Dorp-West nr. 148.

Aan de hoek van de Ringstraat en de Verleydonckstraat staat reeds 90 jaar een witgeverfd kapelletje. Op 20 maart 1981 schreef de reporter P. d. S. in een artikel in de krant Het Vrije Waasland dat de kapel door een vandaal zwaar beschadigd werd. Gelukkig had hij enige tijd eerder nog een foto van die kapel genomen, die hij plaatste bij de foto van de beschadigde kapel. De binnenkant van het kleine nisje is zwartgeblakerd door de vele brandende kaarsjes, een teken dat het kapelletje nog steeds met zorg wordt omringd.

Aan de hoek van de Antwerpste steenweg en de Begoniastraat inr Lochristi is er in de zijgevel langs de Begoniastraat een in de gevel een gemetst Mariakapelletje met het beeld van een Maria met Kind.

Er staat geschreven: OLVr van Vlaanderen bvo

Oorspronkelijk werd dit kapelletje in de meimaand van 1961 aan een grote boom op de hoek van de Bunder en de Koning Albertlaan opgehangen, waar de familie Emiel  Auman-Geurs een stenen molen had. Het mariabeeldje werd toen geschonken door de BJB-Lochristi.

Die molen werd afgebroken in 1975 en het kapelletje werd toen aan een betonstaak daar aan de Koning Albertlaan geplaatst ter hoogte van nr. 168.

Deze grot met Mariabeeld stond reeds in de hof van het pensionaat Sint-Joseph voor Dames gelegen langs de Antwerpse steenweg nabij het dorp. Het is nu de Vrije Basisschool Sint-Jozef en de grot is er nog steeds aanwezig.

Aan de hoek van de Nieusstraat en de Stationsstraat aan de kant van de Nieuwstraat is er een Mariakapelletje gemetseld in de gevel boven de deur.

Voor de herberg ‘t Wethuis staat de calvarieberg omgeven door treurwilgen.

Kapel van de Edugo campus in Lochristi-Oost naast nr. 30

Aan de gevel van de pastorie, in gebruik sedert 1872, hangt links van de voordeur een beschadigd kapelletje met een beeltenis van Maria en Kind. Aan de rechterkant hangt een gedenkplaat voor Z.E.H. Victor Vanderscheuren, aangebracht 50 jaar na zijn overlijden.

In het gevelkapelletje aan de Verleydonkstraat nr. 36 is er een Heilig Hartbeeld en een kleine O.-L.-Vr.-Beeldje te zien.

Calvarie met Kruis-Lieve-Heer aan de kerk van Lochristi 

Deze hoeve was tot enige tijd terug eigendom van de familie Praet, een vrome familie en grote Mariavereerders.
De huidige bewoners behielden het Mariakapelletje achter het rood geverfde hekken.

Aan het poortgebouw van de omwalde hoeve Wispelaere goed was er in 1981 nog een houten Mariakapelletje aan de rechterzijde van de ingangspoort te zien.

De bakstenen van de Sint-Antoniuskapel in de Dorpsstraat vermelden het bouwjaar 1870. In die tijd was de Dorpsstraat slechts één rijstrook breed en stond het kapelletje dus aan de kant van de weg. Bij het verbreden liet men de kapel ongemoeid, maar werd een tweede rijstrook aan de andere kant aangelegd.

Aan de rechterkant van het poortgebouw van het Wispelaere Goed was er een Mariakapelletje, zeker tot in de jaren 1970, toen die foto gemaakt werd voor een artikel in het Jaarboek 8 van de Heemkundige Kring De Oost-Oudburg. Het poortgebouw is nog steeds voor de boerderij van Pynaert met adres Rostijnenstraat nr. 61 te Lochristi, doch het Mariakapelletje is ondertussen verdwenen.

Die staakkapel met de beeltenis van Maria met kind is te vinden langs de Braamstraat aan het rondpunt met o.a. de Hijftestraat. Het heeft het opschriftl 'Ave Maria' in de geveltop.
Het heeft ook al aan de Hijftestraat gestaan.
Het is even weg geweest, maar is na herstelling teruggeplaatst.

Aan het huis nr. 58 in de Hyftestraat hangt er aan de linkerkant van de voordeur een gevelkapelletje van Maria en Kind.

Aan de Rostijnestraat nr. 22 staan een bakstenen kapel met groen geverfd ijzerwerk. Hier stond sedert 1700 een  kapel. Het huis werd toen en ook het huidige wordt nog steeds bewoond door de familie Naudts. De man was naar een oorlog moeten vertrekken, en had beloofd, als hij mocht terugkeren naar huis, hij een kapel zou bouwen. Bij thuiskomst hield hij woord en liet die kapel optrekken. In de loop van de jaren is die kapel eens zwaar beschadigd geweest door een boomezel (malejan) en terug hersteld.

Op de hoek van de Persijzerstraat en de Hoekstraat stond sedert 5 juni 1987 een nieuw Christusbeeld aan het kruis tegen een uitgesneden houten bord onder een zadeldak voor enkele populieren. Dat laatste Christusbeeld is gemaakt door de Poolse beeldhouwer Berdyszak Jozef.
Helaas bemerken we nu dat het Calvarie met het kruis verdwenen is. We hebben een foto van de 2 laatste kruisen met Onze-Lieve Heer van op die plaats.

De oorspronkelijke Loboskapel werd in 1607 opgericht onder impuls van bisschop Pieter Damant ten behoeve van de bedevaarders.

Na een inbeslagname, tijdens de Franse Revolutie in het begin van de negentiende eeuw, werd de kapel afgebroken en het Mariabeeld overgebracht naar de kerk van Lochristi.
Het beeld siert daar ook vandaag nog steeds het Maria-altaar.

Aan de Hijftestraat tussen huisnummer 86 en 96, tegen de dikke stam van een beukelaar en verscholen tussen zijn zware takken vinden we een fraai kapelletje met Mariabeeldje. Het zou minstens 60 jaar oud zijn.

In 1978 werd ter gelegenheid van het jaar van het dorp, ter herinnering aan de Getekotmolen een houten miniatuurmolentje geplaatst op het driehoekig pleintje rechts van de Lindestraat nr. 1 nabij de vierweegse te Lochristi.

De Lindemolen staat op het perceel B154 op Lochristi, ten zuiden van de Oude Veldstraat en ten westen van de Slagmanstraat. Het noemt ook Molen Steens, naar de laatste molenaarsfamilie die er werkzaam was.

De staakmolen werd in 1643, met toestemming van de bisschop van Gent opgericht.
Naast de windmolen (op perceel B154) stond een rosmolen (op perceel B155) om ook in windstille periodes te kunnen malen.

Molen Wille of Molen Van Laere was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de Schoolstraat (vroeger Molenstraat), zijde Kapelleken, op een halve kilometer ten westen van de kerk van Lochristi.

De molen was opgericht op het kadasterperceel A1299.

Hij staat aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen.

Ernaast was er op kadasterperceel A1300 een Rosmolen opgericht.

Er zijn verschillende namen voor die molen: Bundermolen, Hyftemolen en Molen van Middernacht.

Op de kaart van Ferraris heet die molen de Hyftemolen. De molen is ook getekend op de Vandermaelenkaart.

De windmolen is opgericht op het perceel A 532, ernaast werd op perceel A533 een rosmolen opgericht. Het perceel heeft heden als adres: Koning Albertlaan 170, 9080 Lochristi, noordzijde, nabij hoek Bunder, Hijfte.

Eigenaars:

Op het perceel B155, ten noorden van de houten korenmolen, op de hoek van de Oude Veldstraat en de Slagmanstraat, werd een rosmolen gebouwd om te kunnen malen tijdens de windstille periodes.
Het was gebouwd in steen en had een strooien dak.

Naast de Bundermolen was er ook een rosmolen opgericht om bij windarme perioden toch te kunnen werken.

Volgens artikel 847 van de legger van de Poppkaart was de molenaar Naudts en de eigenaar van en was de rosmolen gelegen op het perceel A 533.

Enkele jaren nadat de molenaar Theophiel Middernacht eigenaar werd van de Bundermolen en de rosmolen, werd die rosmolen in 1882 afgebroken.

Naast de windmolen van Wille was er op kadasterperceel A1300 een Rosmolen opgericht.
Een rosmolen die door een dier of mensen wordt aangedreven noemt men ook een bloedmolen.
De Rosmolen werd vooral gebruikt bij windstille perioden.

De Rosmolen was meer aan Kapellekensstraat gelegen die vroeger de Achtermolenstraet heette.

In Mendonk staat er sedert WO II een heel klein veldkapelletje in de Oostdonkstraat, aanleunend aan de Zuidlede. In het steeds versierde kapelletje staan een beeld van Maria met kind.

Regelmatig worden er verse bloemen gezet door een onbekende man. 

Aan Mendonkdorp nr. 45 staat er in een kleine pijler een kapelletje met een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw. 

Een aantal Sint-Baafskapellen hebben elkaar, maar niet steeds op dezelfde plaats, opgevolgd. Een Sint-Baafskapel wordt zeker al vermeld in de miracula sancti Bavonis omstreeks eind 10de - begin 11de eeuw.

in 1469 werd een volgende Sint-Baafs-kapel gebouwd ten noorden van de Mendonkkouter, op een scherpe knik van de huidige Spanjeveerstraat.

De stenen molenromp had een diameter van 7 meter en was 10 meter hoog, de muur was aan de grond één meter dik, de stenen waren gemetseld met roggemeel en kalk. Het was gebouwd in de sectie B, op het perceel nr. 126, vermeld in artikel 111 in de legger van de Poppkaart en de kaart van Vandermaelen als Westmeersch Molen.
Die windmolen opgericht in 1830 diende tot de regeling van het waterpeil in de weiden. De vier wieken dreven een vijzel aan, waardoor het water werd opgeschroept naar een waterreservoir, die hoger gelegen was dan de te bevloeien meersen.

Naast het Schippershuis is aanpalend de Schipperskapel uit het einde van de negentiende eeuw. 
De kapel is op de eerste verdieping.

Aan een gevel ter hoogte van de Muidepoort nr. 58 hing een Onze-Lieve-Vrouwkapelleke dat zwaar beschadigd werd tijdens een bombardement in 1944. Volgens het collectebriefje dat rondgedeeld werd, werd het ooit geplaatst om de bewoners van de wijk te beschermen tegen de pest.
De buren hebben na de oorlog een collecte gehouden om een nieuwe kapel te plaatsen. In 1984 kreeg dit kapelletje nog een volledige opknapbeurt.

Helaas ook dit kapelletje was geen eeuwig leven beschoren, het is ondertussen verdwenen.

De Schutzak, de Kallemoeye-molen, Kallemooie, Kallemeyemolen, Kattemooiemolen

Meulestedekaai 10
Kadasternummer: A3453
Toponiem van het perceel 't Windgat
Functie oliemolen

Een verlaten mariakapelletje in het rechter hekstijl van het huis in Wittewalle nr. 210

Dit Mariakapelletje bevindt zich aan de achterzijde van het bijgebouw van de basiliek.

Kloosterkapel van het klooster van de Zusters van de Kindsheid Jezus in de Onze-Lieve-Vrouwdreef te Oostakker Lourdes. Dateert van 1910. 
Deze kapel verving de oorspronkelijke kapel van 1891.

In de topgevel van een schuur is er een Mariakapelletje.

In het Kasteel Slotendries is er een privé-kapel, gebouwd voor de markgravin de Courtebourne de Nédonchel, de foto van de kapel dateert van 1930.

In de kloostertuin van de broeders in de Sint-Jozefstraat nr. 5 is die Calvarie met het kruis Onze-Lieve-Heer.

Rechts, de kapel van het Sint-Camillus, gesticht van de kloosterorde 'Dochters der Liefde' uit Ans nabij Luik, in de Meerhoutstraat te Oostakker.
Er was een weeshuis voor jongens, gebouwd omstreeks 1940.
Vandaag is het een onderdeel van de Edugo kleuterschool Meerhout

In 1946 werd die Mariakapel aan het hof van de familie Verplancke aan de Groenstraat ingewijd. De kapel werd geplaatst uit dankbaarheid omdat hun zoon Theofiel, die sedert 1943 tewerkgesteld was in Duitsland, behouden was teruggekeerd. In die Mariakapel staat zowel bovenaan als onderaan een Mariabeeld.

Die Mariakapel staat aan de hoek van de Groenstraat en de Louise Derachestraat.

Dit kapelletje hing meer dan 50 jaar aan een boom bij het huis van de familie De Mey aan de Meerhoutstraat.

De kapel en klokkentoren van het gesticht “Martens Sotteau”. De bouw van het complex werd aangevangen in 1948 en in gebruik genomen in 1954.
De opdrachtgevers waren de “Dochters der Liefde” uit Ans nabij Luik die hiermee met een deel van de nalatenschap de laatste wil uitvoerden van advocaat-generaal Martens Sotteau om een 'Hospice ou Orphelinat' te bouwen.

Aan de Groenstraat is er aan de rechter stijl van de oprit een Mariakapelletje ingewerkt.

De kapel aan het Godshuis van Oostakker, behoorde bij de bouwplannen van de architect De Bosschere, die door de gemeente was aangesteld.
Nog voor de bouw werd aangevat, werd een bijkomende vergroting van de voorziene kapel in april 1907 goedgekeurd.

Hier was tot in 1972 het spijshuis Sainte Thérèse gerund door de familie Van Kerkhove. Het werd bij de schoolbedevaarten druk bezocht omdat er achteraan een speelttuin was. Het Kapelletje boven de voordeur toonde het beeld van de Heilige-Thérèse, die er momenteel nog steeds is. Er is aan de linker kant van de voorgevel nog een Mariakapelletje opgehangen, het herbergt een vlakbeeld van Maria met Kind.

Kloosterkapel van de orde 'Zusters Van Vincentius à Paulo' te Oostakker. Bouwjaar 1855
Afgebroken in augustus 1994 om plaats te maken voor de nieuwbouw van het zorgcentrum dat de naam 'Vincenthof' kreeg.

In het midden van de vrijstaande gewitte toegangspoort was er een kapelletje.

De hoeve 't Maegher Goet dateert van in de 16de eeuw. Het is als pachthoeve verlaten in 1972.
Waarna het als jeugdclublokaal gebruikt werd.
Die poort werd rond 1975 terug opgebouwd naar het oorspronkelijk model en de site wordt als dorpszicht beschermd sedert 1979.

Het domein Achtendries werd in 1803 aangekocht door Alphonse Morel de Westgaver. Op de kelders van het oude kasteel kwam een nieuwbouw, waar aan de achterkant in een extra uitbouw een eigen huiskapel werd ingericht. in 1848 werd er een passend glas-in-loodraam geplaatst. Tegenwoordig is het niet meer als kapel gebruikt, maar het glas-in-loodraam is er nog.

Boven het venster van het huis in de Krijtestraat nr. 99 is er een klein kapelletje.

Kapelletje in de zijgevel van het huis nr 13 aan Slotendries (vroeger Koestraat) te Oostakker Lourdes.
Het beeldje in de zijgevel was een Sint-Jozef met kind, patroon van de schrijnwerkers. Hier was vroeger het café / hotel 'De Warande' van de familie Verwee. 
Het café werd uitgebaat door Alice Verwee. Haar broer Maurice Verwee was schrijnwerker en wagenmaker en had een werkhuis achter het café.
Het café sloot zijn deuren in 1954. Het originele beeldje werd door de huidige eigenares geschonken aan een kleinkind van de fam. Verwee.

De eigenares van het gebouw was een zeer godvruchtige vrouw die meerdere eigendommen bezat in de omgeving. waaronder ook het huis op de hoek van de Meershoutstraat 9. Ook hier in de gevel van het huis in de Eikstraat 22 was een identieke nis aangebracht met een heiligenbeeld.

Achter het woonzorgcentrum ‘Zorgcampus Glorieux’ in de Sint-Jozefstraat 1A in Oostakker Lourdes staat een Mariagrot. Deze grot werd gebouwd begin 20^ste eeuw in een uithoek van de moestuin van de broeders. In de jaren ’80  bouwde men tussen de grot en de Residentie het broederhuis dat uiteindelijk werd omgevormd tot woonzorgcentrum.

Aan de gevel van een huis in de Marie-Thérèse de Courtebournestraat hangt een Mariakapelletje.

Deze kapel aan de Gentstraat in de wijk De Kromme Boom stond op de splitsing met de Eikstraat. In 1962 werden de woningen en de kapel afgebroken voor de aanleg van de R4.
Die buurt werd vroeger ook Klein Korea geheten.

Kapelletje met Mariabeeld op het einde van de Hilariusdreef.
Deze dreef is recht over de hoofdingang van het Edugo Instituut en is de oude hoofdingang van het klooster die loopt tot aan de Eksaardse rijweg.

De kapel in het Dorp Oostakker, stond tussen de Villa van Pierre De Vaere en de bakkerij Van Damme. Op de postkaart te zien achter de fietser in het midden van de straat. Op de luchtfoto onderaan rechts met witte gevel. Wie weet ter ere van wie de kapel werd opgericht en aan wie de kapel ingewijd was?

De calvariekapel in de Onze-Lieve-Vrouwdreef te Oostakker Lourdes.

De Mariagrot in het bedevaartsoord in Slotendries is tot ver buiten de gemeentegrenzen bekend geraakt als het Lourdes van Oostakker, zodat de naam Slotendries

Beeldje van Sint Antonius in nis op de hoek van de Meerhoutstraat 9 en de Eikstraat. Het gebouw was tot 1993 het café 'Sint-Antonius'.
De eigenares van het gebouw was een zeer godvruchtige vrouw die meerdere eigendommen bezat in de omgeving, waaronder nr 72 in de Eikstraat. Ook daar is een identieke nis aangebracht voor een heiligenbeeld.

Op de hoek van de Groenehoekstraat en Pijphoekstraat is er na 1905 een kapel gebouwd, die rond 1980 zwaar werd beschadigd door een vrachtwagen en daarna werd gesloopt.

Enige tijd geleden groeide bij het pastoraal team van WZC Vincenthof de idee om in de onmiddellijke omgeving van beide campussen een aantal Mariakapelletjes te plaatsen. Heel wat bewoners zoeken immers in wel en wee hun toevlucht tot Onze Lieve Vrouw en een kleine ommegang met kapelletjes is bo

Kloosterkapel van de Broeders Van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes.
De neogotische kapel werd ingewijd op 17 juni 1901.

In het midden van de poortboog van het Hof ter Sloten aan de Slotendries nr. 3 is er een kapelletje ingewerkt. Er staat een beeldje in van Onze-Lieve-Vrouw met Jezus op de arm.

In 1975 werd de ooit zo belangrijke hoeve van de Sint-Baafsabdij dan 'Goed Ter Linden' genoemd, naar de twee linden die toen voor de poort stonden.

Mariagrot van de zusters van Vincentius à Paulo te Oostakker.

Tijdens WO II werden er overal in Vlaanderen verschillende veldkapelletjes gebouwd op verzoek van de Boerengilde en de BJB (Boerinnenjeugdbond) en dit voor onze Vlaamse jongens die door de Duitsers opgeëist werden.

De Calvarieberg op de Pijphoek stond op de splitsing van de Bredestraat en de Pijphoekstraat. De foto dateert van voor de Eerste Wereldoorlog, daar je de oude toeren van de dorpskerk nog kan zien.

Er was een kapel in de topgevel van het godshuis die begin de 20ste eeuw was gebouwd met architect De Bosschere, het werd ingewijd in 1907.

Dit Godshuis en alle andere oude gebouwen moesten wijken voor het nieuwe WZC Vincentius.

Achter de Onze-Lieve-Vrouwkerk aan Oude Bareel te Sint-Amandsberg is sedert 1911 een basisschool, eerst meisjesschool, waar ook de zusters van de congregatie van O.-L.-Vrouwvisitatie hun ervaring ten dienste stelden. Hun klooster, eveneens achter die kerk, kwam er pas in 1929.

Op de gevel staat een beeld van Onze-Lieve Vrouw met wereldbol.

De kapel in de Bredestraat, op de hoek van de Moststraat, werd in 1933 gebouwd op initiatief van de toenmalige ‘Boerinnenbond’ die toen 25 jaar bestond.

In 2015 werd ze op initiatief van de Oostakkerse KLVL (Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen, voorheen Boerinnenbond, nu Ferm) gerestaureerd.

In de tuin van de Residentie van de Broeders Van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes in de Sint-Jozefstraat 1 te Oostakker-Lourdes staat een kapel ter ere van Sint-Jozef uit dankbaarheid voor de ontsnapping aan de bedreigingen van de Gestapo in 1944. De kapel is ontworpen door architect Vaernewijck en gebouwd door onder andere broeder Eymard Malfoot en herbergt een beeld ontworpen door kunstenaar De Beul die Sint-Jozef voorstelt als een eerbiedwaardige ouderling voor die het Kind Jezus beschermd.

Dit Kapelletje in nis in de muur van het klooster van de Zusters van de Kindsheid Jezus is te vinden op
de hoek van de Onze-Lieve-Vrouwstraat en de Onze-Lieve-Vrouwdreef.

Aan de noordzijde van de Onze-Lieve-Vrouw kerk aan de Oude Bareelboven de secundaire toegangsdeur bevind zich het beeld van de Maagd Maria met Kind met het opschrift 'Ave Maria gratia plene dominus tecum ora pro nobis semper' of 'Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met ons, bid altijd voor'

In de Gentstraat nr. 85, aan de overzijde heb je nu de Celine Dangottestraat, staat die Cavariekapel. Omstreeks 1850 werd een kruis opgericht door de perceleigenaars Heye-Hoys. Later werd het meer links van het oorspronkelijk perceel onder een afdak geplaatst, toen reeds voorzien van een afsluitende ijzeren omheining. In 1932 werd het een eerste maal beschadigd, wat snel kon hersteld worden.

Maria beeld aan de voorgevel van de Residentie van de Broeders Van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes in de Sint-Jozefstraat 1 te Oostakker Lourdes. Het werd er geplaatst in 1931 toen de residentie gebouwd werd.

Beeldje van Sint-Jozef met kind in de voorgevel van het vroegere hotel, restaurant Sint-Jozef, het huidige ‘Groenhof’ op de hoek van de Gentstraat en Slotendries. Vroeger algemeen gekend onder de spotnaam ‘Schijthotel’.

In de top van het huis, van de rector van het Glorieux-instituut, is een uitgespaarde spitsboognis waarin een Onze-Lieve-Vrouwebeeld staat.

In de gevel van de doopkapel van de Onze-Lieve-Vrouwkerk is de beeltenis van Sint-Jan de Doper toepasselijk ingewerkt. Het opschrift luidt Ego te Baptizo in nomine patris et filii spiritus sancti of Ik doop je in de naam van de Vader en de Heilige Geest.

Naam: Krijtemolen, Kreitemolen, Kreytemolen

Hollenaarstraat 50, 9041 Oostakker (Gent) zuidzijde Meerakker

2,4 km Z O van de kerk
kadaster: Sectie B perceel 1380, art. 89 (Art. 1448 in Oostakker legger Poppkaart)

Type: Staakmolen met open voet
Functie: Korenmolen

Gebouwd: vóór 1775
Verdwenen: 1929, sloop

Die molen heeft op diverse plaatsen gestaan, het was de eigenaar, Martinus de Loweny, die op 14 mei 1725 de toestemming kreeg om de molen  te verplaatsen naar Oostakker-Meulestedekouter, op het perceel D 441 of D 439 waar hij ingericht was als oliemolen. De molen stond er aan de noordzijde van de vroegere Hoogstraat, aan de oostzijde van de spoorweg Gent-Dampoort naar Eeklo. Op de kaart hierboven is het de molen aan de rechterkant van de detailfoto.

Naam: Wittewalmolen, Wittewallemolen

Namen: De Veldtmeulen, de Veldmolen, Molen Van Bouchaute en Molen Van der Sypt

Ligging: Geeraard Van den Daelelaan (nr. 25) Gent ten oosten van Sifferdok op de Schootkouter op het perceelnummer D 226 in Oostakker met art. 77. (na 1900 P 226 Gent)

De Paardenkerkhofmolen was een houten korenwindmolen die op de Meulestedekouter te Oostakker, op de hoek van de huidige Meeuwstraat (noordzijde) en Windmolenstraat (westzijde) op een molenberg op het perceel D 421.
In 1900 werd het perceel, waarop de toen al verdwenen molen stond, overgeheveld van Oostakker naar Gent.

De Molen Vossaert of Molen Audenaert (genoemd naar de uitbaters) was een stenen bergmolen aan de noordzijde van de Kleemstraat nr. 51. Het molenaarshuis was tegen de straat op nr. 49.

De molen werd in 1856 opgericht door de gebroeders Lieven en Eustache Vossaert, molenaars en olieslagers te Oostakker, als graan en oliemolen. Doch in 1864 werd hij omschreven als een graan en cichorijemolen. Later werd de molen enkel als graanmolen gebruikt.

Molen Sorgeloose, zo genoemd naar de laatste molenaar Petrus Sorgeloose, was een stenen graan- en oliewindmolen, sectie D nr. 127, op een molenberg, sectie D nr. 126, aan de noordzijde van de Kleemstraat, ter hoogte van het appartementenblok met de huisnummers 11-17. In artikel 1460 in de legger van de Poppkaart staat Sorgeloose Petrus als eigenaar aangeduid.

Op de hoek van de Meeuwstraat en de Windmolenstraat was er naast de Paardenkerkhofmolen op het perceel 422 een rosmolen geplaatst door de molenaar Verbrugge André. Hij wordt vernoemd in de legger van de Poppkaart en staat erop getekend.

De molenaar toen was Petrus Raes, gehuwd met Verdurmen Anna. Petrus Raes is gestorven op 19 maart 1794.
De erfgenamen verkochten in 1794 de Molenberg met de krijtemolen en de erbij staande rosmolen.

Volgens artikel 77 van de legger van de Poppkaart is Weduwe +Van Bouchaute ook eigenares van de Rosmolen op het perceelnummer D 224 in Oostakker naast de Veldmolen (na 1900 P 224 Gent). Dit was ongeveer aan de  Geeraard Van den Daelelaan (nr. 25) Gent ten oosten van Sifferdok op de Schootkouter.

Door de vele havenwerken is de locatie niet meer juist weer te geven.

De Rosmolen die gebruikt werd tijdens de windstille periodes staaat effectief op de Poppkaart aangeduid.

Boven de hoofdingang van de kerk bevindt zich een kapel met een Heilig Hartbeeld.

Boven het poortje van het convent Ter Eecken bevindt zich een kapelletje met een beeld van Onze-Lieve-Vrouw met het kind Jezus op de arm.

De naam Ter Eecken is een van de namen die meegekomen is van het oud-begijnhof in Gent. Daar kregen enkele huizen of conventen in het begijnhof de naam van de familie die dit huis financierden.

Boven het poortje van het convent Heilige Sophia bevindt zich een leeg kapelletje.

In de Begijnhofkapel Sint-Antonius in het Groot Begijnhof hangt er aan de linker muur een Sint-Antoniuskapelletje.

Langs de Nijverheidskaai, aan de zijgevel van het huis nr. 32 hangt er een verweerd mariakapelletje, met nog steeds een Mariabeeldje in.

Op de voorgevel is boven de deuringang een halfrol vlakbeeld waarop het tafereel te zien is van een aanbidding van Maria en Kind.

Kapelletje Heilige Petrus Martelaar

In de gevel, boven de voordeur van het huis Heilige Petrus Martelaar, bevindt zich in een kapelletje een beeld van de Heilige Petrus.

Die Petrus was geboren omstreeks 1200 in Verona, was een dominicaan en martelaar die gestorven is op 6 april1252 te Farga bij Milaan. Hij was de zoon van Kathaarse ouders, en was later ook inquisiteur in Lombardije.

In de weg die leidt naar de ingang van het Groot Begijnhof via de Engelbert van Arenbergstraat bevindt zich boven het poortje van de toegang van de pastorie een nis met een beeld van de Heilige Petrus van Verona.

Petrus van Verona  (°Verona, 1203-05, † Barlassine, 6 april 1252) ook bekend als Petrus de martelaar of Petrus van Milaan, hij was een dominicaans prediker, inquisiteur en martelaar.

In een met rietenmatten afgesloten omheining hangt een verzorgd kapelletje, met een beeldje van Maria met Kind, aan de hoek van de Achterkouterstraat en de Hyacinth Lippensstraat.

Links van het poortje van het huis Heilige Amandus bevindt zich een lege nis.

Die H. Amandus van Elnon is geboren omstreeks 594 te Nantes en gestorven op 6 februari 675 in het klooster van Elnon, één van de kloosters die hij stichtte, in Noord-Frankrijk.

Hij is de apostel der Franken en van Vlaanderen, tevens de patroon van Sint-Amandsberg.

Boven de achterdeur van de pastorij is een Maria met Kind kapelletje.

Helaas is het Kind in de loop der jaren zijn hoofd kwijt gespeeld.

Boven het poortje van het convent Heilige Elisabeth bevindt zich een kapelletje met de restanten van een beeld.

De naam van het convent komt van de Heilige Elisabeth van Thïeringen. Zij is geboren in 1207 en gestorven op 17 november 1231 te Marburg. Haar feestdag is op 17 november. Zij is patrones van meerdere Begijnhoven, ook van dit begijnhof te Sint-Amandsberg en het begijnhof in Gent.

Links naast de voordeur van het huis Heilige Joannes Evangelist bevindt zich een kapelletje met een beeld van het Heilig Hart.

Joannes, de evangelist, leefde in de eerste eeuw, is de neef en voorloper van Jezus en hij heeft Jezus gedoopt.

In de gevel, boven de voordeur van het huis Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis, bevindt zich in een kapelletje een beeld van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis (Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes).

Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis wordt gelinkt aan de verschijningen in Lourdes. Haar naamdag is op 8 december.

De éénbeukige kapel van drie traveeën onder leien zadeldak met kleine dakruiter, is gebouwd in de as van de oostgevel van de infirmerie (nummer 66).

Aan het huis nr. 65 in de Schoolstraat is een kapel met een beeld van Sint-Jozef die de atributen bij heeft van een timmerman. Sint-Jozef is de patroon van de timmerlieden.

Links op de muur van het bijgebouwtje van het huis Heilige Godelieve bevindt zich in een kapelletje het beeld van de Heilige Godelieve van Gistel.

Vanop de speelplaats van Edugo Sint Vincentius-school in de Sint-Rafaëlstraat 14 te Oostakker is dit Sint-Vincentiusbeeld te zien.

Boven het poortje van het convent Heilige Begga bevindt zich een kapelletje met het beeld van de Heilige Begga.

De Heilige Begga van Ardenne is gestorven op 17 december 693. Haar feestdag is op 17 december.
Zij is ook de patrones van alle begijnen.

Boven het poortje van het huis Heilige Alexius bevindt zich een lege nis.

De kluizenaar Alexius is gestorven rond 412 in Edessa aan de grens van Turkije. Hij is heilig verklaard en wordt door de begijnen vereerd. Hij is ook de patroon van het begijnhof van Dendermonde.

Rechtover de Gerardstraat in de Halvemaanstraat is er een poortgebouw die de vroegere ingang van de Sint-Amanduskring was. Die later verhuisde naar Centrum ten Berg een 100m meer naar links in dezelfde straat. Dat centrum was vroeger de Braeckmanschool.

Oorspronkelijk stond er een beeld van de Heilige Amandus, heden ten dage is de nis leeg.

De kapel nabij de hoek van het kruispunt Vinkenlaan–Heiveldstraat is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en de herdenkingsplaat werden geplaatst ter gelegenheid van de inhuldiging van de wijk in de jaren 1950.

Bij het oude beeld werd een moderner exemplaar bijgeplaatst.

De kapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw met Kind.

Rechts naast het poortje van het huis Heilige Rochus bevindt zich een kapelletje met een beeld, vermoedelijk van de Heilige Rochus.
Het beeld is amper zichtbaar door het dichte rasterwerk.

Rochus is geboren in Montpelier omstreeks 1295 en is gestorven in 16 augustus 1327. Hij wordt vooral sedert de 14de eeuw vermeld in het missaal als de patroon tegen de pest en andere besmettelijke ziekten. 

De kapel met Piëta bevindt zich kort na de ingang aan de ingangspoort in de Jan Roomsstraat in de splitsing van twee straatjes.